Spring naar inhoud

De Heilige Dominicus (deel 2)

En nu begint het grote missiewerk in Languedoc, waarin Dominicus weldra op het voorplan zal staan. Terwijl de pauselijke legaten predikend rondtrekken, houdt Dominicus, naast het gewone predikwerk, disputen en godsdienstgesprekken met de ketters in Béziers, Servian, Carcassonne en Montréal, waar tevens een godsoordeel plaats heeft en op wonderbare wijze Dominicus’ perkamenten voor ’t vuur behouden blijven. Vervolgens in Pamiers en Fanjeaux. In 1206 stichtten beiden het nonnenklooster van Prouille, de bakermat der latere tweede Orde van St. Dominicus, waar deze laatste zich met enige gezellen tevens vestigt. Maar in 1207 vertrekt Diego naar Spanje, met de bedoeling hulpkrachten te zoeken en na zijn terugkeer de prediking tot hoger bloei te brengen. Als Diego echter in Spanje sterft, dreigt een ogenblik het hele missiewerk ineen te storten. Alleen Dominicus houdt stand en weet spoedig weer enige gezellen om zich heen te verzamelen die met hem “de heilige prediking” zullen voortzetten. Blootsvoets doorkruist hij heel Languedoc. In Carcassonne wordt hij bespot en verguisd. Elders zoeken ketterse sluipmoordenaars hem te doden en blijde biedt hij zich aan voor de marteldood. En intussen trekt zijn werk de volle belangstelling van het Zuid-Franse episcopaat. De bisschopszetel van Béziers wordt hem aangeboden, maar hij weigert. Ook die van Comminges en Couzerans. Maar beide weet hij te ontwijken.

Prediken, disputeren met de ketters, hen verzoenen met de Kerk, dat is zijn plicht. En dat alles wordt gedragen door honderden verstervingen, bloedige geselingen, vasten en gebed. In 1215 wordt een tweede periode in Dominicus’ ontwikkelingsgang ingezet. Hij treedt dan met zijn gezellen, o.a. Petrus Cellani en Thomas van Toulouse, als diocesaan prediker op en wijdt zich met klimmende ijver, onder leiding van de bisschop van Toulouse, Fulco, aan het bekeringswerk in dit bisdom. Dacht hij toen reeds aan de stichting ener Predikorde? Zeker bedoelde Fulco niet meer dan een organisatie voor predikers voor zijn bisdom, en met dit plan ging hij ook in 1215 met Dominicus naar Rome, om vlak na het Lateraans Concilie de Paus daarvoor de goedkeuring te vragen. Maar Paus Innocentius III zond beiden terug en eerst als Dominicus besloten heeft met zijn gezellen te gaan leven volgens de regel van St. Augustinus, vaardigt zijn opvolger Paus Honorius III de 22e december 1216 de bulle uit waardoor de Orde der Predikbroeders, verbonden aan de door Fulco geschonken kerk van St. Romanus te Toulouse, wordt goedgekeurd. Maar nog altijd heeft St. Dominicus’ stichting een diocesaan karakter. Aangezet wellicht door kardinaal Ugolino wist Dominicus zich aan de invloed van bisschop Fulco te onttrekken. In het jaar 1217 verbrak hij de diocesane grenzen en zond hij zijn zonen uit, waardoor de vereniging van Predikbroeders zich vrij organiseren en tot een Orde ontwikkelen kon.

En hiermee begon een nieuwe fase in het leven van de H. Dominicus: ordestichter en kloosterstichter. Spanje, Frankrijk, Italië zijn zijn werkterrein, waar hij stichtingen vestigt in Madrid, Parijs, Bologna en Rome, overal de sporen achterlatend van zijn deugd en zijn wonderen. Slechts twee algemene kapittels zijner Orde zit hij voor en dan sterft hij, verteerd door een langzame kwaal, in Bologna temidden van zijn broeders onder de woorden: “Ik zal u na mijn dood voordeliger zijn dan ik het tijdens mijn leven was.” Het was toen de 6e augustus 1221. De 13e juli 1234 sprak Paus Gregorius IX, eertijds kardinaal Ugolino, zijn plechtige heiligverklaring uit. Zijn feest wordt gevierd op de 4e augustus. Zijn gebeente rust in de kerk S. Domenico in Bologna.

Bron: Met de heiligen het jaar rond, deel III, Uitgeverij Paul Brandt, Bussum, 1949

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.