Beloften van de H. Maagd aan zwangere vrouwen
Vrijdag – 8 september – is het feest van de geboorte van de Moeder van God. De Zalige Anna Katharina Emmerick verhaalt op 7 december 1821:
Ik heb veel betreffende de H. Brigitta gezien en er werden mij tal van openbaringen medegedeeld, welke deze heilige met betrekking tot de ontvangenis en de geboorte der H. Maagd gehad heeft. Ik herinner mij nog, dat de H. Maagd tot haar zei:
“Wanneer zwangere vrouwen de vooravond van mijn geboortefeest (8 september) met vasten doorbrengen en ter ere van mijn negenmaandelijks verblijf in de moederschoot, negen maal het Wees Gegroet bidden en zij gedurende de zwangerschap en op de vooravond van haar bevalling meermalen deze oefening herhalen, en daarbij de heilige Sacramenten met godsvrucht ontvangen, zal ik zelf haar gebed voor de troon van God brengen, en ook in moeilijke omstandigheden een voorspoedige bevalling voor haar afsmeken.”
***
Over de Ontvangenis van Maria verhaalt zij:
(Joachim en Anna waren lange tijd onvruchtbaar geweest en hadden afgezonderd geleefd. Toen verscheen aan elk van hen een engel die zei dat hun gebeden (voor het Kind van de Belofte, namelijk Maria) verhoord waren en ze elkaar in de Tempel zouden ontmoeten).
[…] Nadat Joachim ongeveer het derde gedeelte van de gang (onder de Tempel) doorlopen had, kwam hij in een plaats, waar, in het midden, een zuil stond in de vorm van een palmboom met neerhangende bladeren en vruchten. Hier nu trad Anna, stralend van vreugde, hem tegemoet. Ze omarmden elkaar in heilige blijdschap en deelden mekaar hun geluk mee. Zij waren buiten zichzelf en door een lichtwolk omgeven. Dit licht zag ik uitgaan van een grote schaar engelen, die de verschijning van een hoge, licht-uitstralende toren droegen en op Joachim en Anna neer gezweefd kwamen. Deze toren had de vorm van de toren van David, van de Ivoren Toren, enz. zoals ik deze zie onder het bidden van de litanie van Onze-Lieve-Vrouw van Loreto. Ik zag hem als verdwijnen tussen Anna en Joachim, terwijl een lichtwolk hen omgaf. Ik begreep nu dat, ten gevolge van de hier aan Joachim en Anna verleende zegen en genade Maria’s ontvangenis geheel onbevlekt was, juist zoals alle ontvangenis het zonder de zondeval zou geweest zijn. Terzelfder tijd had ik een onbeschrijfelijk visioen: de hemel ging boven hun hoofden open en ik zag de vreugde van de H. Drie-eenheid en der engelen en hun medewerking aan de geheimenisvolle zegening, die de ouders van Maria hier ontvingen.
Ik bekwam bij deze gelegenheid ook de verklaring dat de ouders de handeling, waardoor Maria ontvangen werd, gesteld hebben zonder inmenging van begeerlijkheid en uit heilige gehoorzaamheid. Ook werd me getoond dat zij daarna in een bestendige onthouding, in de verhevenste godsvrucht en de vurigste liefde geleefd hebben. Meteen werd me duidelijk te kennen gegeven dat de reinheid, kuisheid en onthouding van de ouders en hun strijd tegen alle onreinheid een onmetelijke invloed hebben op de heiligheid van de kinderen die zij verwekken, en hoe algehele onthouding na de ontvangenis vele zondekiemen van de vrucht afweert. Ik zag het als een algemene regel dat buitensporigheid en onmatigheid de bron zijn van misvorming en zonde.
Verder: Maria vertelt zelf over de geheimenissen van haar ontvangenis:
Zo heb ik haar heden ook aan Suzanna en Marta horen zeggen dat Joachim en Anna elkaar in de zaal onder de Gulden Poort op een gouden uur hebben ontmoet. Daar was de goddelijke genade met zulk een volheid in hen gekomen dat, ten gevolge daarvan, zij alleen door een daad van louter gehoorzaamheid en allerzuiverste godsliefde, zonder enige inmenging van zinnelijkheid, haar de ontvangenis en het bestaan hadden geschonken. Zij gaf hun ook nog te kennen dat zonder de zondeval de ontvangenis van alle mensen even zuiver zou geweest zijn.
Uit de visioenen van de H. Brigitta van Zweden (Boek 1, Hoofdstuk IX); Maria vertelt over haar ontvangenis:
Hij, Mijn eigen Zoon, hield van Me voordat Ik van Hem hield, sinds Hij Mijn Schepper is. Hij verenigde Mijn vader en moeder in zulk een kuis huwelijk dat er geen kuiser paar te vinden was. Ze hebben nooit gewenst om samen te komen, tenzij in overeenstemming met de Wet, alleen omwille van de voortplanting. Toen een engel hen aankondigde dat ze geboorte zouden geven aan de Maagd uit wie de verlossing der wereld zou komen, zouden ze nog liever gestorven zijn dan samen te komen in wellustige liefde. Maar, Ik verzeker je, uit goddelijke naastenliefde en vanwege de boodschap van de engel kwamen zij samen in het vlees, niet uit begeerte maar tegen hun wil en uit liefde voor God. Op deze manier is Mijn lichaam door goddelijke liefde uit hun zaad voortgebracht. Toen Mijn lichaam was gevormd, zond God vanuit Zijn goddelijkheid de geschapen ziel erin; de ziel was onmiddellijk samen met het lichaam geheiligd en de engelen hebben elke dag en nacht over haar gewaakt en haar verzorgd. Mijn moeder was zo vervuld van blijdschap dat het niet in woorden uit te drukken is.