Spring naar inhoud

Het stond op de kruistitel geschreven dat Christus God was

Replica op ware grootte van het fragment van de kruistitel die in Rome bewaard wordt.

Op de kruistitel staat ‘Jezus, koning der Joden.’ Bij ons kennen we de Latijnse afkorting als ‘INRI’ (Iesus Nazarinus Rex Iudaeorum). Maar de afkorting van de Hebreeuwse tekst is YHWH, het acroniem dat bij Joden bekend is als Yahweh. 

In Exodus 3,13-16 lezen we:

Als ik nu bij de Israëlieten kom en hun zeg: De God van uw vaderen zendt mij tot u, en zij vragen: Hoe is zijn naam? wat moet ik dan antwoorden?’  Toen sprak God tot Mozes: `Ik ben die is.‘ En ook: `Dit moet gij de Israëlieten zeggen: Hij-is zendt mij tot u.’  Bovendien zei God tot Mozes: `Dit moet ge de Israëlieten zeggen: Jahwe, de God van uw vaderen, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob, zendt mij tot u. Dit is mijn naam voor altijd. Zo moet men Mij aanspreken, alle geslachten door.

In Exodus 20,2:

Ik ben Jahwe uw God, die u heb weggeleid uit Egypte, het slavenhuis.”

Het tetragrammaton יהוה, JHWH bestaat uit matris lectionis (medeklinkers die klinkers aangeven) die een aanwijzing kunnen zijn dat het gaat om een cognaat object (de zelfstandig gebruikte stam van ditzelfde werkwoord. ) dat is afgeleid van היה, hayah, het Hebreeuwse koppelwerkwoord dat we ook kennen als het werkwoord “zijn”. Dit woord wordt vaak vertaald in lijn met de traditie van de Septuagint, als “HEER”. Maar omdat het vaak als bijstelling wordt gebruikt, of zelfs als status constructus (wat niet met zekerheid kan worden gezegd) met elohim, kan het duiden op “het zijn” of de “IK BEN” van God.

Volgens Exodus 6 werd God door de stamvaders van Israël vereerd als El Shaddai. El betekent hoog of verheven. Aan Mozes maakt God zich bekend als JHWH, “Ik ben die is”. De naam El blijft meestal in de meervoudsvorm Elohim, een aanduiding van God.

In het Evangelie van Johannes, 19,16-22 lezen we:

Zelf zijn kruis dragend trok Jezus de stad uit naar wat de Schedelplaats heet, in het Hebreeuws Golgota. Daar sloegen zij Hem aan het kruis, en met Hem nog twee anderen, aan elke kant een en Jezus in het midden. Pilatus had ook een opschrift laten maken en op het kruis doen aanbrengen. Het luidde: “Jezus, de Nazoreeër, de koning van de Joden.” Vele Joden lazen dit opschrift, want de plaats waar Jezus gekruisigd werd, lag dicht bij de stad. Het stond er in het Hebreeuws, het Latijn en het Grieks. De hogepriesters van de Joden nu zeiden tot Pilatus: “Ge moest er niet op zetten: “de koning van de Joden”, maar: “Hij heeft gezegd: Ik ben de koning van de Joden.” Pilatus antwoordde: “Wat ik geschreven heb, heb ik geschreven.” 

De Titulus Crucis

Hoewel de passage zeer bekend is, moet de scène die zich afspeelde toch iets anders geweest zijn. Johannes trachtte het te onderstrepen, maar de lezer die geen Hebreeuws verstaat, kan dit niet begrijpen. De inscriptie waarvan Johannes spreekt, zijn de bekende initialen INRI, die vandaag nog boven kruisbeelden gehangen wordt. Het acroniem, dat staat voor het Latijn ‘Iesus Nazarenus Rex Iudaeorum‘ betekent exact: ‘Jezus de Nazoreeër, de Koning van de Joden.’ Maar Johannes specificeert dat de inscriptie ook in het Hebreeuws was. En hij benadrukte deze details:

  1. Het feit dat vele Joden de inscriptie lazen, omdat de plaats waar Jezus gekruisigd was, nabij de stad was
  2. De hogepriesters die naar Pilatus gaan om te vragen om het opschrift te veranderen
  3. Pilatus die het weigert

Pontius Pilatus, die een Romein was, begreep niet dat hij onbedoeld de Joden beschaamde.

Henri Tisot, een expert in Hebreeuws, ging naar verschillende rabbi’s om te vragen wat de exacte Hebreeuwse vertaling van het opschrift van Pilatus zou zijn. Hij vond dat het in het Hebreeuws grammaticaal verplicht was “Jezus de Nazoreeër en Koning der Joden” te schrijven. In het Hebreeuws luidt dat als: “ישוע הנוצרי ומלך היהודים”. In het Hebreeuws wordt van rechts naar links gelezen. Dat zou dan als volgt luiden: “Yshu Hnotsri Wmlk Hyhudim” ofwel: “Yeshua Hanotsri Wemelek Hayehudim”. Afgekort is dat “יהוה” of “YHWH”, uitgesproken als ‘Jahweh’.

Origineel fragment van de kruistitel die in Rome bewaard wordt.

Dit verklaart de aandacht die Johannes gaf aan de scène die plaatsvond toen Jezus gekruisigd was. Op dat moment zagen de Joden de man die ze aan het kruis hadden geslagen, die beweerde de Zoon van God te zin, met de naam van God, het onuitspreekbare tetragrammaton ‘YHWH’ boven zijn hoofd.

Dat was er uiteraard teveel aan voor de hogepriesters en Farizeeën, en ze gingen naar Pilatus om hem het opschrift te doen veranderen. Hier krijgt het antwoord van de Romeinse procurator “Wat ik heb geschreven, heb ik geschreven” een diepere betekenis.

En bedenken we dat Jezus dit moment heeft voorspeld. In Johannes 8,28 lezen we:

Daarop zei Jezus: “Wanneer gij de Mensenzoon omhoog zult hebben geheven, dan zult gij inzien dat Ik ben.

Met het omhoog heffen bedoelt Jezus zijn kruisiging. “Ik ben” verwijst naar de naam die God openbaart aan Mozes in Exodus 3,14:

Toen sprak God tot Mozes: ‘Ik ben die is.’

Bron: Bastabugi.it. – SOPRA LA CROCE DI GESU’ LA SCRITTA IN EBRAICO RIVELA CHE EGLI E’ DIO (9 december 2020)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

%d bloggers liken dit: