Spring naar inhoud

Onze ‘broeders’ om ons naar de Hemel te helpen

Het was Sint Franciscus van Assisi die alles in de natuur ‘broeder’ en ‘zuster’ noemde, tot zelfs de dood toe. We kunnen nog wat van hem leren. Ik had de neiging om mij nogal te ergeren als er weer eens een paar muggen in huis rondvlogen, zeker als men in bed ligt en wil slapen. Ze plat kloppen was dan prioriteit.

Maar onlangs had ik een voorval. Ik lag in bed en er zoemde een mug rond mijn hoofd, en ik maakte mij weer kwaad op die ‘stomme mug’. Maar dan kreeg ik de volgende ingeving, die als een bliksemflits in mijn gedachten schoot: “Het zijn je broeders om je in de Hemel te helpen”. Ik dacht toen: “Ja, om dat zo te bekijken, daar ben ik nog niet klaar voor”, en ik draaide mij om en sliep in. Maar ’s anderendaags dacht ik er dieper over na, en het is wel degelijk de waarheid. Ik sta er even uitgebreider bij stil:

Door de zonde zijn er allerlei dieren die ons ‘kwaad’ of lijden kunnen berokkenen, zoals wespen, muggen, luizen, teken, etc. Maar ook parasieten, zoals bvb. de bacterie die de ziekte van Lyme veroorzaakt – om een voorbeeld te noemen. Daarnaast ook virussen enz. Wij hebben van nature de neiging om dat allemaal negatief te zien, en dat zoveel mogelijk te mijden. We zouden zelfs de neiging hebben om te zeggen: “God, waarom hebt U toch al dat ‘smerig ongedierte’ geschapen?” Maar de Hemel bereikt men slechts langs de ‘koninklijke weg’ van het kruis. Jezus heeft het ons voorgedaan. God helpt ons om in de Hemel te komen, door ons allerlei kruisjes op onze weg te zenden; dus ook die diertjes die ons bloed komen zuigen, ons steken, of ziek maken. Ze helpen ons boete te doen voor onze zonden, en zo ons Vagevuur te verkorten, om sneller in de Hemel te komen. In die zin zijn die “vervelende” schepselen – ja, want God heeft ze ook geschapen met een reden – onze vrienden die ons moeten helpen om in de Hemel te komen. Doordat ze ons ongemak brengen, veroorzaken ze op zekere hoogte lijden, het ene beestje meer dan het andere. Dat lijden heeft natuurlijk slechts verdienste als wij het geduldig verdragen en opofferen, en niet toornig en ongeduldig worden. Dat lijden zuivert ons, en maakt ons mooier; het heiligt ons; om dan geheel zuiver voor God te kunnen verschijnen. Ook kunnen we de ongemakken en het lijden opofferen aan de Heer, om anderen te helpen redden.

Het lijden heeft altijd een bedoeling. Lijden zal er altijd zijn in deze wereld, waar kwaad en zonde zeer uitdrukkelijk aanwezig is. Zonder lijden is er geen boetedoening voor de zonde. Het is aan ons om er mee om te gaan zoals de Heer ons voor deed: zonder morren, zonder toornig te worden, alles geduldig verdragen, uit liefde tot God. Sindsdien kijk ik nu anders tegenover die muggen in huis. Ja, laten we Hem danken voor onze ‘broeders’ de muggen, die ons helpen naar de Hemel te gaan.

1 reactie »

  1. Ik vind dit nogal ver gaan. En wat dan te denken van wormen die houtrot veroorzaken, zodat je gedwongen bent je huis te verbouwen? Moet je dergelijke ‘broeders’ ook beschouwen als ‘hemels geschenk om het vagevuur te verkorten’?

    Like

Geef een reactie op Michaël Dekee Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.