Het is Pinksteren. Op deze dag gedenken we dat de H. Geest bij wijze van vurige tongen neerdaalde over de Maagd Maria en de Apostelen. In Handelingen lezen we hoe dit in z’n werk ging, en wat het gevolg daarvan was: de Apostelen verloren hun menselijk opzicht, hun angst, en kregen de gave van talen, om aan vreemdelingen het Evangelie te kunnen verkondigen zonder dat zij daarvoor eerst die vreemde talen moesten leren.

Gave van talen

Lezen we in Handelingen 2:

Toen de dag van Pinksteren aanbrak, waren allen bijeen op dezelfde plaats.  2Plotseling kwam uit de hemel een gedruis alsof er een hevige wind opstak en heel het huis waar zij gezeten waren, was er vol van.  3Er verscheen hun iets dat op vuur geleek en dat zich, in tongen verdeeld, op ieder van hen neerzette.  4Zij werden allen vervuld van de heilige Geest en begonnen in vreemde talen te spreken, naargelang de Geest hun te vertolken gaf.  5Nu woonden er in Jeruzalem Joden, vrome mannen, die afkomstig waren uit alle volkeren onder de hemel.  6Toen dat geluid ontstond, liep het volk te hoop en tot zijn verbazing hoorde iedereen hen spreken in zijn eigen taal.  7Zij waren buiten zichzelf en zeiden vol verwondering: “Maar zijn al die daar spreken dan geen Galileeërs?  8Hoe komt het dan dat ieder van ons hen hoort spreken in zijn eigen moedertaal?  9Parten, Meden en Elamieten, bewoners van Mesopotamië, van Judea en Kappadocië, van Pontus en Asia,  10van Frygië en Pamfylië, Egypte en het gebied van Libië bij Cyrene, de Romeinen die hier verblijven,  11Joden zowel als proselieten, Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze eigen taal spreken van Gods grote daden.”  12Allen waren buiten zichzelf, wisten niet wat ervan te denken en zeiden tot elkaar: “Wat zou dit betekenen?”  13Maar anderen zeiden spottend: “Ze zijn zich aan zoete wijn te buiten gegaan.”  14Petrus trad naar voren met de elf en verhief zijn stem om het woord tot hen te richten: “Gij allen, joodse mannen en bewoners van Jeruzalem, weet dit wel en luistert aandachtig naar mijn woorden.  15Deze mensen zijn niet dronken zoals gij veronderstelt, het is immers pas het derde uur van de dag.  16Maar hier gebeurt wat door de profeet Joel gezegd is:  17Het zal geschieden in de laatste dagen, zegt God, dat Ik mijn Geest zal uitstorten over alle mensen: Uw zonen en dochters zullen profeteren, uw jonge mannen visioenen zien, de ouderen onder u zullen droomgezichten ontvangen,  18ja zelfs over mijn dienaars en dienaressen zal Ik in die dagen mijn Geest uitstorten en ze zullen profeteren.  19Wondere dingen zal Ik laten zien aan de hemel boven en tekenen op de aarde beneden, bloed en vuur en walmende rook;  20de zon zal veranderen in duisternis en de maan in bloed, voordat de dag des Heren komt, groot en heerlijk. 21 Dan zal het geschieden, dat ieder die de naam des Heren aanroept, gered zal worden.  (Handelingen 2, 1-21)

Nu zijn de gaven van de H. Geest vele. Maar de meest hoofdzakelijke worden door de Kerk “de 7 gaven van de H. Geest” genoemd: Raad, Wijsheid, Vreze Gods, Sterkte, Wetenschap, Vroomheid, Verstand.

De ‘wetenschap’ is uiteraard geen wereldse wetenschap, maar een goddelijke wetenschap, waarbij men door de H. Geest kennis en inzicht krijgt ingestort van geestelijke zaken. Maar ook de gave van taal, zoals deze die de Apostelen en sommige heiligen kregen, kan hieronder vallen. Het is een kennis die ingestort wordt, om in het apostolaat te gebruiken tot meerder eer en glorie van God. Het strekt tot nut van de H. Kerk. De gaven van de H. Geest helpen ons om een goed Christen te zijn, Gods plan met ons leven te vervullen, en ons naar onze eindbestemming te brengen: het Hemelse Vaderland.

Kanunnik D’Hoop schreef een zeer mooie homilie over de voorbereiding tot Pinksteren, welke ik in 2018 publiceerde en u hier kunt lezen.

Nu wil ik het graag hebben over een andere vermeende “gave van de Heilige Geest”, namelijk de “glossolalie”.

Glossolalie

Even duiden. Ik ben ooit – in 2016 – nog eens naar een bijeenkomst van de ‘katholieke charismatische vernieuwing’ geweest, puur uit nieuwsgierigheid. De mensen die daar lid van waren speelden in de zaal muziek, en tijdens dat spelen gingen enkelen ineens een soort extase (draaiden met hun ogen) en begonnen ze onverstaanbaar chaotisch te brabbelen. Idem met de priester. Tijdens de consecratie, bij de opheffing van de H. Gedaanten, begon die ineens te brabbelen en onverstaanbare klanken uit te stoten. Dit duurde even, en daarna was het weer voorbij. Geen kat die wist wat hij gezegd had. Dit wordt glossolalie genoemd, en zou door de H. Geest worden bewerkt.

In protestantse pinksterbewegingen, maar ook in katholieke charismatische bewegingen – ontstaan na het Tweede Vaticaans Concilie (na 1965) met de steun van o.a. de modernistische Kardinaal-vrijmetselaar Leo Suenens (het is zeer bekend dat hij de “charismatische vernieuwing” steunde!) – kan men glossolalie terugvinden.

Van Wikipedia:

Glossolalie of glossolalia is een ongebruikelijk spraakgedrag, ook wel klanktaal of tongentaal genoemd. Het woord is afkomstig van het Griekse γλωσσα, glossa, “taal”, “tong” en λαλειν, lalein, “spreken”. De gebruikte woorden zijn voor buitenstaanders onbegrijpelijk en hebben geen overeenkomst met een bestaande taal. Er is in dat geval geen sprake van een syntaxis, maar er is wel een bepaalde fonetische structuur die taalgebonden lijkt te zijn. Een Chinese glossolalist zal bijvoorbeeld een ander klankspectrum gebruiken dan een Engelse. De glossolalist beschouwt zijn glossolalie over het algemeen wel als een communicatieve uiting.

Laten we nu even kijken naar de geschiedenis ervan:

Hoewel glossolalie kan voorkomen bij psychotische aandoeningen als schizofrenie, heeft het verschijnsel voornamelijk religieuze connotaties. Verondersteld wordt dat de Pythia van Delphi (een heidens orakel uit het oude Griekenland) zich van glossolalie bediende. Het verschijnsel komt verder onder andere voor bij de Inuit, Saami, verschillende sjamaanse culturen en in de voodoo-cultuur.

Ook in het christendom komt er binnen een aantal groeperingen en kerken (vooral die van de pinkster- en charismatische beweging) glossolalie voor die men kan aanduiden als christelijke glossolalie.

Het eerste psychologische onderzoek naar het verschijnsel werd rond 1900 gedaan door Théodore Flournoy aan de hand van de astrale talen van Hélène Smith, de zieneres van Genève. Het boek Speaking with tongues; historically and psychologically considered van George Barton Cutten (1874–1962), dat in 1927 verscheen, gold jarenlang als standaardwerk. Cutten legde een verband tussen glossolalie, schizofrenie en hysterie. […]

Hieruit kan men al afleiden dat ‘glossolalie’ niet iets is dat enkel bij charismatische christenen voorkomt, maar dat het evengoed (en vooral!) voorkomt bij sjamanen en andere personen die erg nauw met de duivel betrokken zijn, maar ook bij mensen met psychotische aandoeningen. Hoe kan men dan zeker weten of die zogenaamde ‘christelijke glossolalie’ wel écht van God komt? Hier moet een alarmbel rinkelen!

In dit verband wil ik een toespraak delen van de vermaarde Amerikaanse exorcist Chad Ripperger: “Vallen in de Geest, en spreken in tongen, is het echt?”, welke ik onlangs vond:

“In de kerkelijke traditie, zijn er twee soorten genade. De eerste is de genade die aangenaam is aan God. Er zijn er dus twee. Deze die je aangenaam maken aan God, en deze die vrijelijk gegeven worden. Deze die je aangenaam maken aan God zijn de heiligmakende genade en de dadelijke genade, die het verstand verlicht en de wil versterkt om het goede te doen. De vrijelijke gegeven genade heeft te maken met onder meer de charisma’s alsook zaken zoals een roeping tot het priesterschap. Wat de charisma’s betreft, de Kerkvaders, en eigenlijk de Kerk zelf, in het Concilie van Trente, zegt dat deze niet kunnen verworven worden. Je kunt er niet om bidden, je kunt niets opofferen om ze te krijgen, je kunt niets doen om ze te krijgen. Ze zijn vrij gegeven, puur van de kant van God. Hij geeft ze zoals Hij wil. Wat betekent dat je niets kunt doen.

Mensen zeggen: je kunt de gave van tongen krijgen door jezelf open te stellen voor de Geest. Sorry, maar zo zal het niet werken. Want de Kerk leerde dat deze dingen niet zo kunnen verkregen worden. Dit kwam in de Katholieke Kerk van de (Protestantse) Pinksterbeweging, die geen fatsoenlijke theologie over genade hebben. En natuurlijk zijn er altijd de misinterpretaties van St. Paulus waar daar wordt over gesproken. Dit het geval zijnde… Het ergste geval van bezetenheid dat ik ooit had, was een vrouw die had gevraagd om de gave van tongen, en ze kreeg het.

Er zijn drie soorten gaven. Als je spreekt over ‘tongen (= talen)’, zijn er drie soorten. De eerste zijn de authentieke. In de H. Schrift zien we dit: er zijn hier twee soorten.

De eerste: een persoon spreekt taal A, en diegen die het hoort, hoort taal B. Dus Petrus sprak, en ieder hoorde het in z’n eigen taal.

De tweede: God geeft je de kennis van de vreemde taal, zodat je effectief weet wat je zegt.

St. Thomas van Aquino zegt: “God gebruikt steeds een instrument volgens de natuur van het instrument.” Wij zijn intelligente wezens. God gebruikt ons niet om iets vrijwillig te doen, zoals spreken… Hij gebruikt ons niet tenzij we weten wat we doen. Hij geeft ons de kennis, en vandaar uit weten we wat we aan het doen zijn. Dat weten van wat je aan het doen bent onderscheidt het van de diabolische vorm (van ‘tongen’).

De diabolische vorm is: er is spraak, er is een spraakpatroon, er komt spraak uit de mond van de persoon, en ze weten niet wat ze zeggen.

Dan zijn er nog studies die aantoonden dat er ook nog een menselijke vorm is (dus niet authentiek, noch diabolisch). Die mensen wisten niet wat ze zeiden, omdat ze eigenlijk niks zeiden. Ze ontdekten door analyse dat het patroon waarmee ze normaal spreken als individu, zich weergaf in die klanken, maar dan wat door elkaar gerammeld. Puur menselijk.

Mensen zeggen: ik bid tot God in mijn gave van tongen. Laat mij je een vraag stellen: als er iemand naar je toe kwam en tot jou begon te spreken als: ‘bleuhleuhleuhleuh…’, wat zou jij denken? Zo van: ja oké?! Waarom denken ze dat God zo niet denkt? Ze zeggen dan: “Hij weet wat in mijn hart is”, ja maar dat heeft niets te maken met wat uit je mond komt. En het tweede is: dit is gevaarlijk. Mensen zeggen dat ze zich openen voor de ‘Geest’ en dan kramen ze zo’n dingen uit. Daar bestaat een naam voor: channeling. Dit is waarbij je je opent en de ‘geesten’ laat spreken doorheen jou. Dit is waarom die vrouw bezeten werd. Het is superstitieus gedrag, waardoor ze uiteindelijk bezeten werd. Ik kan je niet vertellen toen ik in het bisdom Omaha was, ik was toen daar exorcist… ik kan je niet vertellen hoeveel mensen ik (geestelijk) moest ‘schoonmaken’ van de charismatische vernieuwing. Let wel: ik heb de hoogste achting voor sommige van deze mensen. Ze menen het goed en willen een serieus christelijk leven leiden, maar wat ze doen is overgenomen van de protestanten, en heeft niets te maken met de Katholieke Kerk. En als gevolg daarvan is het heel gevaarlijk. Dus ‘vallen in de geest’, er is geen zo’n charisma. Het is niet echt, ik denk zelfs dat veel daarvan psychologisch is…

Deze exorcist kan het weten, want hij spreekt uit ervaring. Als Paulus in 1 Korintiërs spreekt over ‘spreken in een vreemde tong’ waarbij iemand het moet interpreteren, dan heeft hij het over ‘spreken in een vreemde taal’, waarbij iemand aanwezig is die de taal verstaat, en dus als vertaler optreedt. Het gaat dus nooit over glossolalie, maar over dezelfde gave die de Apostelen ontvingen op Pinksteren.

Laten wij de échte gaven van de H. Geest afsmeken, om toe te nemen in deugd en heiligheid. Kanunnik D’Hoop leert ons dat de H. Geest zelfs komt als we godvruchtig de H. Communie ontvangen:

De H. Geest komt ook tot ons, als Hij op een nieuwe manier in ons begint te werken, gelijk het gebeurt wanneer wij, buiten het Vormsel, andere Sacramenten der levenden, en voornamelijk de H. Communie ontvangen. Dit geschiedt ook op bijzondere feestdagen, vooral op Sinksen, wanneer de H. Geest ons met troost en zoetigheid vervult en zo het oefenen der deugd gemakkelijker maakt.

Zalige hoogdag van Pinksteren!

Gepubliceerd door Michaël

Michaël (°1991) studeerde biologie aan de UGent. Hij publiceert op verschillende websites artikelen over geloof en wetenschap en is auteur van verschillende boeken, waaronder "De evolutietheorie ontkracht" en "Het Geheim van Fatima". Bekijk alle berichten van Michaël