Spring naar inhoud

Hoe het Oude Testament het Nieuwe aankondigde

In de tijd van de Advent is het vol verlangen uitkijken naar de komst van onze Messias op Kerstmis. Zeker is dit het geval vandaag, op de derde zondag van de Advent, Gaudete Zondag, waarbij de Kerk met de roze priestergewaden het vreugdevolle uitkijken naar de komst van onze Verlosser extra benadrukt.

Als katholieken weten we wel dat het Oude Testamentent de voorafkondiging is voor het Nieuwe Testament. We weten wel dat de Messias lang verwacht was door het Joodse volk aan het begin van onze jaartelling. Maar hoeveel voorbeelden zouden we zo uit ons hoofd kunnen geven?

Hier volgt een mooi overzicht van de voorspellingen en voorafbeeldingen van Onze Heer Jezus Christus in het Oude Testament. Dit is genomen uit boekje i.v.m. de katholieke geschiedenisvan het jaar 19231 . Het is niet beladen met bronvermeldingen en leest dus aangenaam. Lees snel om na te gaan of u alle verbanden al kende, of er misschien toch enkele verrassingen bij zitten!

De langverwachte Verlosser.

Na de heldhaftige dood van Judas (de Makkabeër) en zijn broeders, kwamen de Joden in de macht van de Romeinen, het toenmalige machtigste volk op aarde.

Deze stelden een vreemdeling (Herodes) tot bestuurder over Judea aan. De Joden hadden zo geen eigen koning meer en de tijd was daar, dat de langerwachte Verlosser van de Wereld zou geboren worden.

De aartsvader Jacob had voorspeld “De scepter zal Juda niet ontnomen worden, tot Hij komt, die gezonden zal worden en Hij zal de Verwachting der Volkeren zijn.”

Reeds in het aards paradijs was de Verlosser van de Wereld beloofd: “Ik zal vijandschap stellen tussen u en de vrouw, tussen uw en haar nakomelingschap; zij zal u de kop verpletteren.”

God heeft die belofte later meermalen hernieuwd. Tot Abraham sprak de engel “Alle volkeren van de aarde zullen in uw Nakomeling gezegend worden, omdat gij mijn woord gehoorzaamd hebt.”

God zei tot Mozes na de afkondiging van de tien geboden: “Uit hun midden zal Ik een Profeet verwekken, aan u gelijk. Mijn woorden zal Ik in zijn mond stellen en Hij zal hun alles zeggen, wat Ik Hem gebied.”

God heeft de profeten veel laten voorspellen betreffende de komst van den Verlosser, zijn Persoon, zijn Geboorte, zijn Lijden, zijn Sterven en zijn Verheerlijking.

Jacob profeteerde, dat de Verlosser zou komen, wanneer de Israëlieten geen vrij volk meer zouden zijn en de stam Juda geen koninklijk gezag meer zou bezitten. De Joden erkenden dat die tijd gekomen was, als zij zeiden “Wij hebben geeen anderen koning dan de keizer.”

Daniël voorspelde, dat er na de opbouw van Jeruzalem tot de dood van Christus 70 jaarweken d.i. 70 x 7 jaren of 490 jaren zouden verlopen. Dit is juist uitgekomen.

David noemde de Verlosser de Zoon van God en de profeet Isaiäs zei dat hij God en Mens tegelijk zou zijn.

De profeet Micheas wees Bethlehem als de plaats van Christus’ geboorte aan.

David voorzei, dat koningen uit het Oosten de Verlosser hun geschenken zouden komen aanbieden.

Isaïas kondigde aan: “Zegt aan de kleinmoedigen: Schept moed en vreest niet! God zelf zal komen en Hij zal u verlossen! De ogen van de blinden zullen dan ontsloten worden en de oren van de doven zullen opengaan. De lamme zal springen als een hert, de tong van de stommen zal ontbonden zijn.”

David voorspelde betreffende het lijden, dat Christus door zijn vriend, die zijn brood at, verraden zou worden; dat zijn handen en voeten doorboord en dat zijn klederen verdeeld zouden worden”.

Isaïas profeteerde: “Mijn lichaam gaf Ik aan hen die Mij sloegen, en mijn wangen aan hen, die Mij de baard uitrukten; mijn aangezicht wendde Ik niet af van hen, die Mij scholden en spuwden op Mij.”

Nog lezen we als zovele profetieën in de psalmen: “Zij hebben Mij gal tot voedsel gegeven, en als Ik dorst had, ben Ik met edik gelaafd.” en “Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten.”

Aangaande zijn begrafenis zegt Isaïas: “Zijn graf zal heerlijk zijn” en in de psalm staat “Want Gij zult mijn ziel niet laten in het graf, noch toelaten, dat uw Heilige het verderf smake.”

Deze en veel andere profetieën over de Verlosser zijn in het Nieuwe Testament allen vervuld. Trouwens is het gehele Oude Testament slechts een inleiding, een voorbereidingt tot de geschiedenis van het Nieuwe Testament.

De rechtvaardigen van het Oude Verbond zijn ook voorafbeeldingen van Christus.

De onschuldig vermoorde Abel is een voorafbeelding van Christus, de goede Herder, die door de Joden ook onschuldig ter dood is gebracht.

Noë arbeidde vele jaren aan de ark en predikte boetvaardigheid. Christus arbeidde vele jaren tot de stichting van zijn Kerk en predikte ook de boetvaardigheid.

Melchisedech droeg aan God brood en wijn ten offer op. Christus bracht in het laatste avondmaal zich ten offer onder de gedaanten van brood en wijn. Hij stelde toen het H. Misoffer in.

Izaäk droeg het hout waarop hij zou geofferd worden de berg Moria op. Christus beklom, beladen met zijn kruis, de berg Golgotha.

Jozef werd door zijn broeders verkocht. Hij heeft daarna diepe vernederingen moeten verduren, maar werd ten laatste verheven tot redder van Egypte. Christus werd door Judas verkocht. Hij heeft een smartelijk lijden verduurd, maar is daardoor de Verlosser van de Wereld geworden, en verheven tot de rechterhand van God.

Job heeft veel smarten geduldig verdragen, maar deze zijn niet te vergelijken bij de smarten van Christus, die in de grootste onderwerping uitriep “Vader, niet mijn, maar uw wil geschiede.”

Mozes werd op wonderbare wijze gered, Christus ook. Mozes verkondigde de goddelijke wet aan de Joden, Christus ook. Ja, in bijna alle gebeurtenissen van het leven is Mozes een voorafbeelding van Christus.

David is te Bethlehem geboren, leefde onbekend het huis van zijn vader, versloeg de reus Goliath, werd door Saul en Absolom vervolgd. Christus is ook te Bethlehem geboren, leefde dertig jaar afgezonderd in het huisje te Nazareth, werd door Herodes en de Joden vervolgd en overwon de duivel aan het kruis.

Jonas bracht drie dagen door in de buik van de vis, Christus bleef drie dagen in het graf.

De voornaamste gebeurtenissen en instellingen van het Oude Verbond zijn ook voorafbeeldingen van wat in het Nieuwe Verbond zou vervuld worden.

Het Paaslam van de Joden was een voorafbeelding van Christus, het Lam Gods, dat voor ons geslachtofferd is op het kruis.

De bevrijding uit de slavernij van Pharao wijst ons op de verlossing van de mensen uit de slavernij van de duivels.

De doortocht door de Rode Zee herinnert ons aan het H. Doopsel. De tocht door de Rode Zee was voor de Joden het enige middel om de slavernij van Pharao te ontvluchten. Zo is ook het Doopsel het enige middel om aan de heerschappij van de duivels te ontkomen.

De tocht door de woestijn is te vergelijken met de tocht door het leven; het geloof is de lichtgevende wolkkolom die ons de weg naar de hemel wijst.

Het manna was de heerlijke voorafbeelding van het H. Sacrament des Altaars. Christus zelf getuigde: “Ik ben het levend brood dat uit de Hemel is neergedaald.” Het brood, dat Ik u geven zal, is mijn vlees voor het leven van de wereld. Niet gelijk uw vaders het manna gegeten hebben en gestorven zijn; die dit dit brood eet, zal leven in eeuwigheid.”

Het water dat uit de rots sprong, is een zinnenbeeld van de genaden die ons overvloedig geschonken worden.

De heilige tent of het tabernakel is een voorafbeelding van onze kerken, die men ook in drie kan verdelen:

  1. Het heilge der heiligen of het tabernakel, waar onze Heer Jezus Christus in het H. Sacrament waarlijk tegenwoordig is.
  2. Het heilige of het priesterkoor
  3. Het voorhof of het schip van de kerk

De koperen slang duidt op Christus die voor ons aan het kruis gestorven is. Wie met een gelovig, trouwvol hart opziet naar het kruis, zal om de verdiensten van Christus de dood der zonde niet sterven.

Het Beloofde Land, dat de Joden geschonken werd, is een voorafbeelding van dat eeuwig schone land: de Hemel, die ons na de reis door de woestijn van het leven geschonken zal worden.

Alle godsdienstige plechtigheden en offers van het Oude verbond wijzen ons naar het bloedig offer, dat op Golgotha werd gebracht en dat dagelijks op onbloedige wijze hernieuwd wordt in de H. Mis.

Naar de Verlosser die zo dikwijls beloofd was en waarvan het gehele Oude Testament slechts een voorafbeelding was, verlangden alle rechtvaardigen.

Wel beleden veel Joden nog de enige ware God, want God had de Joden of de Israëlieten tot een bijzonder volk uitverkozen, dat juist de kennis van de ware God zou bewaren.

Zij wisten hoe zij de Heer der Heerscharen moesten dienen. Een bijzondere wetgeving had God hun geschonken door Mozes. Zij hielden er zich niet getrouw aan.

In de laatste tijd waren er zelfs twee sekten ontstaan:

  1. De schijnheilige Farizeën
  2. De ongelovige Saduceën

Het godsdienstige leven takelde nu nog verder af.

Andere volkeren hadden de diest van de ware God geheel verwaarloosd en bedreven schandelijke afgoderij. Steeds dringender werd de smeekbede door de waarlijk braven herhaald: “Dauwt hemelen van boven, en wolken regent de Rechtvaardige.”

God verhoorde die bede en zond de Verlosser van de Wereld: Gods enige Zoon Jezus Christus.

Geloofd zij Jezus Christus in Eeuwigheid! Amen.

Bronnen

  1. Bron: Hoofdstuk 51 uit “Beknopt overzicht der bijbelsche geschiedenis voor de hoogste klassen der kath. volksschool en voor het huisgezin” – J.A. Buil en J. Bergmans (reimprimatur H. van de Wetering – Archiepisc. Ultrajecten – 14 December 1923). ↩︎

Gebruikte afbeeldingen:
Photograph Colin Price https://victorianweb.org/art/stainedglass/hedgeland/1.html
https://liturgyguy.com/2014/12/14/gaudete-in-domino-semper-dom-gueranger-on-the-third-sunday-of-advent/
Burlison & Grylls / Moses raises the Bronze Serpent / Stained glass / 1904
Artemisia Gentileschi and Onofrio Palumbo?, Abraham and Three Angels (1740s; oil on canvas, 144.5 x 200.8 cm)
David Slaying Goliath c. 1616 Peter Paul Rubens (Flemish, 1577-1640)

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.