Spring naar inhoud

Jezus woont een Huwelijk bij – uit de visioenen van de Zalige Anna-Katharina Emmerick

Een fragment uit de Visioenen van A.K. Emmerick over het huwelijk

Jezus woont een huwelijk bij

3 november. –
In de namiddag woonde de Heer een trouw bij in de synagoge; het waren jonge mensen; zij waren arm en woonden in het huis van de moeder der bruid. Hier was de jongen, die een verwant van dit huisgezin en een volslagen wees was, met zijn bruid van kindsbeen af opgevoed; zij waren beide gans onschuldig en de Heer legde een grote goedheid jegens hen aan de dag. Ik zag de stoet naar de synagoge gaan. Voorop gingen versierde, op fluiten spelende kinderen van 6 jaar, met kransen op het hoofd, en na hen jonge, in het wit geklede meisjes met korfjes, waaruit zij bloemen strooiden. Tenslotte volgden jongelingen, die op harpen, triangels en andere vreemdsoortige instrumenten speelden. De bruidegom was bijna als een priester gekleed. Bruidegom en bruid hadden ieder hun opleiders, die bij de trouw hun handen op hun schouderen legden. De trouw geschiedde door een joodse priester in een zaal vóór de synagoge en onder de blote hemel, daar het luik in het dak van de zaal geopend werd. Hierbij was Jezus tegenwoordig. Als de sterren reeds aan de hemel verschenen, vierden zij de sabbat(-opening) in de synagoge en vastten tot de avond van de sabbat, waarna de bruiloft in het feesthuis gevierd werd.

4 november; Sabbat. –
De Heer vertelde hier vele parabelen, zoals van de verloren zoon (Lk. 15) en van de menigvuldige woningen in het huis van zijn Vader (cfr. Joa. 14, 2), met het oog op de bruidegom, die geen eigen huis had en in dat van zijn schoonmoeder moest wonen. Hij zei hem ook dat hij, in afwachting dat hij een woning in het huis van zijn Vader zou bekomen, in een tent nabij de wijngaard moest gaan wonen, die Hij op de bijenberg bij de stad moest aanleggen. Jezus handelde nog lang over het huwelijk en zei in zijn uiteenzetting ondermeer: “Indien de ouders niet heilig zijn, dan verzamelen zij niet in het huwelijk, maar verstrooien; het huwelijk is dan geen voortzetting van, noch een bijdrage tot heiligheid, maar een voortplanting van de zonde. Maar, indien de echtgenoten heilig leven en het huwelijk met zijn plichten als een staat van boetvaardigheid beschouwen, plichtgetrouw leven en hun kinderen tot de zaligheid grootbrengen, dan verrichten zij opbouwend en verzamelend werk. (Zij schenken aan de Kerk, het Godsrijk op aarde goede burgers en aan de hemel nieuwe gelukzaligen en redden hun eigen ziel).” Jezus zei ook nog dat Hijzelf de Bruidegom was van een bruid in wie alle verzamelden herboren zouden worden (de Kerk). Hij sprak van de Bruiloft te Kana in Galilea en van de verandering van het water in wijn.

Jezus onderrichtte hen ook nog lang over de onderlinge liefde en zei dat zij allen als aan mekaar geankerd moesten zijn, opdat de storm van de wereld hen niet uiteendrijven en de eenzame weggerukten niet vernietigen zou. Ook sprak Hij in parabelen van het zorgvuldig bebouwen van de wijngaard, over de onnodige schadelijke ranken, het snoeien van de takken, de matigheid in het huwelijk, enz. De gelijkenissen op de nieuwgetrouwden toepassend, sprak Hij voornamelijk over de liefde en haar reinheid, opdat ze reine telgen zou kunnen voortbrengen. Hij zei dat Hij hier nog alleen de wijngaard voor de nieuwe echtgenoten wilde aanleggen, hun de wijngaardranken wilde leren planten, en dan zou Hij afscheid van hen nemen om de wijngaard van zijn Vader te gaan bebouwen. Dit alles leerde Hij hun zo eenvoudig en toch zo kunstzinnig, dat zij meer en meer zijn bedoeling en de waarheid begonnen te vermoeden en toch in de eenvoud van hun opvattingen bleven. Hij leerde hen in gans het leven en de hele natuur een verborgen heilige wet ontdekken, die door de zonde misvormd was. Deze onderrichting duurde tot laat in de nacht, en toen Jezus zich nu wilde verwijderen, hielden zij Hem tegen, omarmden Hem en riepen al smekend: “Maak ons dit alles toch verstaanbaar!” Hij antwoordde hun dat zij moesten beginnen met zijn leer in de praktijk te brengen en dat Hij hun dan iemand zou zenden, die hen duidelijker zou onderrichten

9 november. –
Ik zag onze Heer in het huis van de ouders van de bruid. Hij leerde nog veel over het huwelijk en de reine liefde, waardoor reine, gave, heilige kinderen voortgebracht worden. Voorts over het overwoekerende in de mens, dat beteugeld en gesnoeid moet worden om geen hout in plaats van vruchten voort te brengen. Hij ging daarna met de mannen in het veld en zij moesten Hem ranken brengen. Hij wilde hun de ranken leren planten. De voor het huis bestemde oppervlakte was afgebakend en dit deel van de berg (dat voor de wijngaard bestemd was) effen gemaakt en reeds van het nodige spalierwerk voorzien. Zij zeiden tot de Heer dat alle druiven die hier in het gewest groeiden, bitter waren. Hij antwoordde hun: “Het is omdat ze van een onedele soort, van een slechte stam afkomstig zijn, omdat ze ongesnoeid, onbeteugeld overtollige ranken uitschieten en niet met zorg er gezuiverd en gesnoeid van worden; daarom oogst gij slechts de schijn van wijn en niet zijn zoete, goede hoedanigheid, maar de wijngaard die ik nu zal planten, zal zoete vruchten voortbrengen.” Naar aanleiding hiervan kwam Jezus nogmaals terug op het huwelijk, dat slechts goede en zoete vruchten kan voortbrengen, als het gekenmerkt is door de zelfbeheersing van de echtgenoten, door zelfoverwinning, zelfbeteugeling, onthouding en matigheid en gepaard gaat met arbeid, smarten en zorgen. Zij brachten Hem grote bundels ranken, waarvan Hij er slechts 5 uitzocht. Hijzelf hakte de grond open en plantte die op een zekere afstand van mekaar bij het opgetimmerde spalierwerk en Hij toonde hun hoe ze kruiswijs opgebonden moesten worden. Ondertussen leerde Hij voortdurend over het huwelijk. Alles wat door natuur en mensenhand aan de wijngaard gedaan wordt, paste Hij toe op de voortplanting en de geestelijke vruchten (door het huwelijk). Hierna begaven zij zich naar de synagoge, waar Jezus opnieuw veel in parabelen over het huwelijk leerde. Hij sprak over de grote bedorvenheid van de mens in het domein van de voortplanting. Hij zei dat vele dieren, met name de olifanten, inzake kuisheid en onthouding edeler waren dan ontelbare mensen.[…]

Jezus werd hier met de mensen meer en meer vertrouwelijk. Ook heden sprak Hij weer veel over het huwelijk, de zelfbeheersing en het maathouden, in een parabel van de zaaier. Wanneer een zaaier te veel zaad uitstrooit, zal hij geen volle, doch slechts ledige aren, brandstro en onkruid oogsten. [ …]

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

%d bloggers liken dit: