Spring naar inhoud

CATECHESE: Over de eredienst der beelden

22ste Les, Mech. Catech.

Wij hebben gezien dat het tegen het eerste gebod niet strijdt de Heiligen te aanroepen en hun relikwieën te vereren. Nu zullen wij u een woord zeggen over de eredienst der beelden. De eredienst der beelden is overal, de katholieke wereld door, in voege; waar Roomse katholieken zijn, daar zullen ook beelden van Christus en van Heiligen vereerd worden: beelden in de kerken, beelden op straten, beelden in huizen, beelden in de scholen, beelden overal.

Welnu, om van deze eredienst der beelden een goed begrip te hebben, zullen wij drie vragen onderzoeken:

I. Is de eredienst der beelden toegelaten, en waarom?

II. Welke voordelen zijn er vast aan het vereren van beelden?

III. Wat zijn miraculeuze beelden in het bijzonder?

I. Is de eredienst der beelden toegelaten, en waarom?

1° God heeft, weliswaar, aan de Joden gezegd: Gij zult u geen gesneden beeld noch enige gelijkenis maken, maar om de zin van die woorden te doen verstaan, heeft Hij er seffens bijgevoegd: Gij zult die niet aanbidden noch godsdienstig vereren. Het was alsof Hij wilde zeggen: “Mens, gij zult geen beelden maken om ze te vereren, om ze te doen dienen tot afgoderij.” Dat was immers aan de Joden, en dat is aan iedereen van ons verboden. Maar de beelden vereren gelijk het behoort is ten allen tijde toegelaten geweest; een bewijs daarvan is dat God zelf aan Mozes heeft opgelegd twee beelden van Cherubijnen nevens de Ark des Verbonds te plaatsen en dat Hij het beeld van een koperen serpent heeft doen oprichten, opdat de Joden, die van deze venijnige dieren gebeten waren, bij het aanschouwen van dit beeld, zouden genezen worden. En wat zien wij in het Nieuw Testament? Sedert dat de H. Kerk bestaat, hebben wij, overal en altijd, de eredienst der beelden gevonden. In het begin der H. Kerk was die eredienst misschien niet zo algemeen in voege als nu; dit kwam echter hieruit voort dat de nieuwe Christenen, nauwelijks uit de afgoderij opgestaan, door het zien van die beelden, gemakkelijk konden hervallen in hun voorgaande dwalingen. De eredienst is nochtans altijd in gebruik geweest van in het begin der H. Kerk; en reeds in de negende eeuw, heeft de H. Kerk, na een woedende beeldstormerij, in het algemeen Concilie van Nicea, verklaard hetgeen zij verklaard heeft over ruim 300 jaar, in het algemeen Concilie van Trente, na de beeldstormerij der geuzen, dat de verering der beelden, verre van verboden te zijn, voordelig en heilzaam is.

2° En waarom is die eredienst niet verboden? Omdat wij, met de beelden te vereren, niets doen dat tegen de eer strijdt van God of van zijn heiligen. En inderdaad, als wij de beelden vereren, geschiedt die eer niet aan dat stuk hout, plaaster of metaal, waaruit dat beeld, met min of meer kunst, gemaakt is; maar wij bewijzen die eer aan de persoon zelf, die door dat beeld wordt voorgesteld. Welnu, gelijk een vader niet ontevreden zal zijn, omdat een kind zijn portret in eer bewaart, zo is het ook niet strijdig met de eer van God en van de heiligen de beelden op die wijze te vereren. Integendeel, wij mogen zeggen dat het vereren der beelden voordelig is.

II. Welke voordelen zijn er vast aan het vereren der beelden?

1° Zij verversen ons geheugen, en maken ons indachtig hetgeen wij wel dienen te weten om tot onze zaligheid te komen. Neemt bvb. het kruisteken; herinnert het ons niet het groot mysterie van onze Verlossing, de oneindige liefde van Jezus tot ons, en tevens ook de boosheid der zonde? Het beeld van Maria, met het kind Jezus op de arm, doet het ons niet denken op de Menswording van Christus, alsook op het verheven Moederschap van Maria?

2° De beelden vertonen ons het leven der heiligen, en de manier op de welke zij tot de glorie gekomen zijn. Als ik het beeld zie van de H. Laurentius met zijn rooster, of die van de H. Paulus met het zwaard, dan weet ik dat die heiligen liever alles verloren, zelfs het leven, dan God grotelijks te vergrammen; het beeld van de H. Jozef met een lelietak, leert ons zijn zuiverheid kennen; en dat van Vincentius a Paulo, met drie of vier kinderen, zijn ijver voor de christelijke opvoeding der jeugd.

3° De beelden, eindelijk, helpen ons om aandachtig te bidden. De mens denkt natuurlijk op de zaken die onder zijn zinnen vallen, op hetgeen hij rond zich ziet en hoort; zelfs moet hij om met iets aandachtig te kunnen bezig zijn, die zaak met de zinnen kunnen gewaarworden. Welnu, daar wij de heiligen niet kunnen zien of horen, is het ongetwijfeld heel voordelig beelden te hebben die ons God of zijn heiligen voorstellen, om zo, met meer aandacht, op God en de heiligen te denken.

De eredienst der beelden is dus, in het algemeen, allervoordeligst. Er zijn echter ook nog beelden, aan de welke een eigenaardig voordeel vast is: ik wil spreken van de miraculeuze beelden.

III. Wat zijn miraculeuze beelden?

Gij moogt niet menen, beminde parochianen, dat het beelden zijn die uit hun eigen kracht mirakelen verrichten, neen; want in hun eigen, zijn zij niets meer dan de andere; maar hierdoor verschillen zij van andere beelden dat God, ter gelegenheid hunner verering, dikwijls mirakelen laat gebeuren.

“Doch,” zou iemand kunnen vragen, “welke mag de reden zijn, om de welke God aan de verering van sommige beelden, bv. aan het beeld van O.L.Vrouw van Lourdes te Oostakker, bijzondere gunsten wil verlenen? Zonder Gods raadsbesluiten te willen doorgronden, mogen wij zeggen dat één van Gods inzichten is alzo onder de gelovigen de bedevaarten te doen ontstaan en in stand te houden; bijgevolg ook, de uitwendige godsdienst, die aan de mens, aan de samenleving en aan de H. Kerk volstrekt noodzakelijk is, te ondersteunen en aan te moedigen.

Wij zullen dus altijd veel eerbied hebben voor de beelden; wij zullen de beelden stellen in onze huizen, beelden in onze kamers; beelden, die als zovele predikanten ons tot het goede en tot de Hemel zullen trekken; en, in al de noodwendigheden van ons leven, zullen wij vóór het beeld van de gekruisigde Jezus, vóór het beeld van Maria of vóór het beeld van andere heiligen, licht aansteken, een vurig gebed ten Hemel sturen, om, door hun tussenkomst, te verkrijgen hetgeen wij door onze eigen krachten of verdiensten niet kunnen bekomen. Amen.


Imprimatuur:

Wij geven volgaarn onze goedkeuring aan de grondige en stichtende sermoenen van wijlen de ieverigen en geleerden heer Deken Kannunik V. d’Hoop, en wij bevelen ze der geestelijkheid van ons bisdom ten zeerste aan.

Gent, 4 april 1900.

+ Antonius, Bisschop van Gent

1 reactie »

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

%d bloggers liken dit: