Spring naar inhoud

Pater Pio vertelt over de H. Mis

In 1972 gaf een van de geestelijke zonen van pater Pio (1887-1968), de Capucijn pater Tarcisio, in Udine (Italië) een lezing over het thema: De H. Mis van pater Pio. Zijn uiteenzettingen berustten op gesprekken met de op 2 mei 1999 zaligverklaarde Kapucijn, waarin hij zijn vertrouweling stukje bij beetje het geheim prijsgaf van hoe hij de plechtigheid van de H. Mis beleefde. De conferentie van pater Tarcisio werd onder de titel De H. Mis van pater Pio uitgegeven door La Casa Sollievo della Sofferenza te San Giovanni Rotondo, waar men het boekje in het Italiaans kan verkrijgen.

De volgende uiteenzetting geeft delen van het geschrift weer die op het celebreren van de H. Mis zelf betrekking hebben. Zij berusten op een Franse vertaling die abbé M. Blanchard voor het tijdschrift Fidélité Catholique maakte (nr. 227 en 228 van februari en maart 1999).

Het is wel haast overbodig te zeggen dat pater Pio zijn H. Mis celebreerde volgens het “oude”, traditionele Missale Romanum (van voor 1962). Pater Pio heeft de nieuwe ‘Ordo’ (Mis in de volkstaal) nooit gepraktiseerd. Hij vroeg uitdrukkelijk aan de Paus toestemming de Misritus van zijn wijding te mogen blijven celebreren. Paulus VI stond hem dit in 1965 voor de rest van zijn leven toe.

Voetgebeden en woordliturgie

In de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest — deze woorden spreekt pater Pio altijd uit met een “brok in zijn keel” om zo het snikken te voorkomen of te onderdrukken, wat hij echter niet helemaal kon verhinderen. Zijn mea culpa daarna ging vergezeld van doffe en harde vuistslagen tegen de borst om voor zijn broeders te bekennen dat hij de grootste zondaar op aarde is.

Neemt u, pater, bij het Goddelijk Offer onze zonden op u?

«Een andere mogelijkheid is er helemaal niet. Dat behoort immers tot het Goddelijk Offer.»

De Heer beschouwt u dus als zondaar?

«Dat weet ik niet. Maar ik vrees van wel, ja.»

Bij het altaar aangekomen steunt de pater de samengevouwen handen op de altaarsteen, buigt en blijft lang in gebogen houding staan.

Ik heb u zien beven toen u de altaartrappen besteeg. Waarom? Waar moest u voor lijden?

«Niet met het oog op wat ik moest lijden, maar om wat ik ging offeren.»

Wat pater Pio bij het celebreren van de H. Mis opdraagt, behoort tot datgene wat hij lijdt. Het lijden, dat de uiterste grens bereikt waartoe een menselijk schepsel kan komen, is zonder meer in staat zijn Offer naar goeddunken op een totale en volmaakte holocaust voor te bereiden. Er is niets wat pater Pio niet doorstaat, omdat hij zich totaal overlevert.

Op welke tijd van de dag lijdt u veel, pater?

«Tijdens het opdragen van de Heilige Mis.»

Lijdt u ook overdag wat Jezus u tijdens de Heilige Mis laat verduren?

«Dat ontbrak er nog maar aan! Hoe moet ik dan werken? Hoe zou ik mijn ambt dan kunnen uitoefenen?»

De goedheid van de Heer was oneindig wijs, door ons te openbaren hoe pijnlijk de overgave van de gestigmatiseerde van Gargano aan het altaar was. De Kerk beeft van vreugde om het grote geschenk waarmee de Heer haar bedenkt. En de schepsels hunnerzijds zijn er toe geroepen God te verheer-lijken, die zijn volk op deze manier kastijdt.

Pater Pio is met de diadeem van de doornenkroon op het hoofd — anders zou de opoffering, zoals hij zei, niet volkomen zijn — gedurende de gehele H. Mis uitgeleverd aan een heel bijzonder lijden, dat men in de geschiedenis van uitverkoren zielen tot nu toe alleen bij hem tegenkomt.

De diadeem der doornenkroon, want niet slechts de geseling die pater Pio ‘s nachts onderging liet haar bloedige sporen in zijn kleding achter; ook van zijn hoofd droop bloed, dat hij met een band opving. Dit bloed was het zichtbare bewijs, dat Christus hem met de doornenkroon als zijn “diadeem”, zoals pater Pio deze noemde, had onderscheiden. Een van zijn vertrouwelingen vroeg hem daarnaar:

Jezus heeft mij te verstaan gegeven dat u de doornenkroning doorstaat.

«Anders zou de overgave niet volledig zijn.»

Welke zonden heeft Jezus door de doornenkroning gedelgd?

«Alle. In het bijzonder de zonden der gedachten, ijdele en nutteloze gedachten inbegrepen.»

Wordt u de doornen ook gewaar, pater, op uw voorhoofd en rondom?

«Rondom mijn hele hoofd.»

Pater, uit hoeveel doornen bestaat uw kroon? Dertig?

«Nul zeker!»

Pater, ik denk dat uw kroon niet uit dertig maar uit driehonderd doornen opgebouwd is.

«Je maakt je nogal druk om een nul! Is dertig niet een deel van driehonderd?»

En dat alles voor een bepaalde tijd! Pater Pio was formeel:

Klopt het, pater, dat u tijdens de H. Mis de foltering van de doornenkroning ondergaat?

«Twijfel je misschien daaraan?»

De hele Mis door?

«Ook van tevoren en naderhand. De diadeem legt men nooit af.»

Op welk moment van het Goddelijk Offer lijdt u het meest?

«Voortdurend en in toenemende mate.»

Op welk ogenblik van de H. Mis lijdt u het meest?

«Vanaf de Consecratie tot aan de H. Communie.» Met het vertrouwen dat eenvoudige zielen eigen is, stelt men de Pater een belangrijke vraag. Het antwoord dat hij geeft, is ontstellend, ja schokkend:

Op welk ogenblik van de H. Mis lijdt u de geseling?

«Van begin tot eind, maar intensiever na de Consecratie.»

Zijn de steken van de doornenkroon en de wonden van de geseling tijdens de H. Mis werkelijk?

«Wat wil je daarmee zeggen? Het resultaat, dat is zeker, is hetzelfde.»

Op deze manier bereidt dit geduldige en zachtmoedige lam van Jezus zich er op voor, verbonden met de Martelaar van Golgotha, zijn leven aan de hemelse Vader op te offeren ter verzoening van de zonden. Doordat hij zijn leven in de dood overgeeft, maakt deze dienaar Gods zich door het offer tot voorspreker van de zondaars. Het is niet gemakkelijk uit te drukken hoezeer vermorzeld hij het Epistel en Evangelie voordroeg. Het Woord Gods beroerde zijn hart zozeer, dat bepaalde delen hem slechts tranen konden ontlokken.

Vanmorgen kreeg u tranen in uw ogen bij het lezen van de geschiedenis van Ezau, die zijn eerstgeboorterecht verkocht.

«Het lijkt wel alsof jij het voor een kleinigheid houdt als iemand de gaven Gods miniacht.»

Waarom huilde u onder het Evangelie, toe ze bij de woorden kwamen “Wie mijn Vlees eet en mijn Bloed drinkt”…?

«Ween met mij mee! Uit tedere liefde!»

Waarom huilt u bijna altijd, pater, als het Evangelie tijdens de H. Mis wordt verkondigd?

«Jij geringschat, dat God met zijn schepselen spreekt? Dat zij Hem tegenspreken? Dat hij voortdurend wordt verwond door hun ondankbaarheid en hun ongeloof?»

Eucharistische liturgie en slotriten

Het tweede deel van de H. Mis vindt in pater Pio een liturgie van uitzonderlijk voorname stijl. De Gekruisigde van Golgotha actualiseert door deze buitengewone dienaar, de gruwelijke tragedie van Calvarië zo zeer, ja lichamelijk, overeenkomstig het begripsvermogen van een tot werkzaam teken van Christus geworden schepsel.

In de loop van de geschiedenis van het sacramentele teken, is de gestigmatiseerde van Gargano in het tweeduizendjarige leven van de Kerk tot nu toe de enige dienaar geweest, die, bij het voltrekken van het Geheim des Altaars, voor zover dat mogelijk is, ook in zijn eigen vlees de Gekruisigde van Golgotha uitdrukte.

Is uw H. Mis, pater, een bloedig Offer?

«Ketter.»

Neen, ik wil zeggen dat het Offer van Jezus onbloedig is. Uw deelname aan de hele passie echter is bloedig. Of zie ik dat verkeerd?

«Deze keer zie je het goed. Misschien heb je gelijk.»

 Wie vangt uw bloed tijdens de H. Mis op?

«Niemand.»

De Offerande bood pater Pio een tweede gelegenheid voor langere tijd zonder enige beweging te blijven staan. Dat was een in het oog lopend deel van zijn H. Mis. Door een mysterieuze macht geboeid, de tranende ogen vol liefde voortdurend op het altaar gericht, bleef de Pater met brood en wijn in de handen vele minuten lang onbeweeglijk als een blok steen.

Waarom huilt u tijdens de Offerande?

«Je wil me mijn geheim ontfutselen? Het zij zo! Op dit ogenblik wordt de ziel verlost van alle profane dingen.»

De Heer sneed zijn dienaar zozeer van de buitenwereld af; dat hij ongevoelig was tegenover alles wat er zich rondom hem aan wereldse dingen afspeelde.

Tijdens uw Mis, pater, maakt de menigte een beetje lawaai!…

«Je had eens op Calvarië moeten zijn, waar men gebrul, godslasteringen, gedruis, bedreigingen hoorde! Daar was het een kabaal van jewelste!»

Wordt u door de geluiden in de kerk verstrooid?

«Absoluut niet.»

De afscheiding betekende voor pater Pio echter geen starre losmaking van de omstanders die zijn H. Mis bijwoonden. De innerlijke en totale vereniging met God, die op de scheiding van de ziel van ieder profaan element volgde, verschafte de Pater een de mens overstijgende mogelijkheid om alle zielen die een kring om zijn altaar vormden, stuk voor stuk afzonderlijk waar te nemen.

Zijn alle zielen die uw Mis bijwonen, in uw geest tegenwoordig?

«Aan het altaar zie ik ze allemaal, mijn zoon, als in een spiegel.»

Met al zijn zonen en dochters in het hart begeeft de Pater zich met Jezus aan het kruis naar het Goddelijk Offer. De liefde waarmee Hij zichzelf als Offergave aanbiedt, wordt voor het bevend aangezicht van pater Pio transparant. In een onbeschrijflijke kramp, tussen zuchten en tranen door, stelt de gestigmatiseerde van Gargano zich de goddelijke tragedie op Calvarië op een zo levendige manier in de geest voor, en ook in zichzelf, dat ze tijdens de transsubstantiatie in zijn doorboorde vlees het bloedig martelaarsschap van de gekruisigde Jezus deed oplichten.

Waarom lijdt u zo tijdens de Consecratie, pater?

«Je bent te opdringerig!»

Met deze vier woorden ontwijkt pater Pio eerst het antwoord. Maar een nieuwe poging was te voorzien.

Zegt u mij eens waarom u tijdens de Consecratie zozeer lijdt?

«Omdat hier in concreto een nieuwe en wonderbare vernietiging en een nieuwe schepping worden voltrokken.»

Het schrikwekkende mysterie

Met een korte en bondige zin zegt de Pater ditmaal iets meer. Het unieke wonder van de Eucharistische transsubstantiatie wordt met absolute duidelijkheid voorgesteld. Ondertussen laat hij niets los over de intensiteit van zijn lijden aan het altaar op het ogenblik van de wezensverandering. De Pater sluit bij de “nieuwe en wonderbare vernietiging en nieuwe schepping”- terwijl hij ze verheimelijkt — zijn eigen en verborgen deelname in.

Ook al liet het antwoord een en ander begrijpen, toch was het niet helemaal bevredigend. Maar het was wel de eerste bres. Men wachtte op een gunstige gelegenheid om de vraag nogmaals te stellen met het doel een gedetailleerd antwoord van hem te verkrijgen.

Waarom lijdt u zo onder de Consecratie?

«De mysteries van de grote Koning openbaart men niet zonder ze te profaneren. Waarom ik lijd? Ik wil niet alleen maar tranen vergieten, maar hele rivieren van tranen! Denk je niet na over het schrik-wekkende geheimenis? God — Offer voor onze zonden! (…) En aan de andere kant wij, wij die zijn beulen zijn.»

Het schrikwekkende mysterie van de transsubstantiatie omvat de laatste uren, terwijl dezelfde Jezus aan het kruis hing. De gekruisigde van Gargano beleeft voortaan aan het altaar de laatste ogenblikken van de Gekruisigde van Golgotha. Het is voldoende voor ogen te houden wat het Evangelie van Jezus daarover bericht.

Vooral is daar de proloog op de kruisiging.

Lijdt u, pater, onder de bitterheid van de azijn?

«Ja, en dat erg vaak.»

Nadat hij de azijn geproefd heeft, vertrouwt de geduldige zoon van Sint Fanciscus ons toe hoe hij aan het altaar wordt gekruisigd.

Pater, hoe houdt u zich aan het altaar overeind?

«Zoals Jezus het deed.»

Op het altaar bent u aan het kruis genageld zoals Jezus op Calvarië?

«En dat vraag je nog?»

Wat doet u om overeind te blijven?

«Hoe hield Jezus zich op Calvarië overeind?»

In verband met de kruisiging vraagt men hem:

Legden de beulen het kruis plat om de nagels in te kunnen slaan?

«Dat spreekt vanzelf.»

Slaan ze ook bij u nagels in het kruis?

«En hoe!»

Leggen ze het kruis bij u ook plat?

«Ja, maar jullie hoeven niet bang te zijn.»

De als soeverein op de goddelijke zetel van het kruis tronende Meester had zijn laatste woorden uitgesproken, om ten aanschouwen van de hemel en de aarde plechtig het testament van zijn barmhartige liefde aan ons te verkondigen.

Pater, bidt ook u gedurende de H. Mis de zeven woorden die Jezus aan het kruis sprak?

«Ja, onwaardige die ik ben, bid ik die ook.»

En tot wie zegt u: “Vrouw, ziedaar uw zoon?”

«Ik zeg dit tot haar: Zie de zonen van uw Zoon.»

Bent u ook ten prooi aan de dorst en de verlatenheid van Jezus?

«Ja.»

Op welk moment lijdt u dorst en verlatenheid?

«Na de Consecratie.»

Tot op welk tijdpunt lijdt u onder dorst en verlatenheid?

«Gewoonlijk tot aan de H. Communie.»

Werden bij Jezus de ingewanden verteerd?

«Het is beter te zeggen: verbrand.».

Waar dorstte Jezus naar?

«Naar het Rijk Gods.»

Dezelfde dorst deed de ziel van de Pater ontbranden. Dit waren uren van uiterste dorheid. Zelfs geen druppeltje troost werd in het brandende hart van pater Pio uitgegoten.

U hebt mij gezegd dat u zich schaamde te zeggen: ‘Tevergeefs zocht ik iemand die mij troostte’. Waarom?

«Omdat ons eigen lijden vergeleken met het lijden van Jezus verbleekt, omdat wij immers de eigenlijk schuldigen zijn.»

Voor wie schaamt u zich?

«Voor God en mijn geweten.»

Sterken de engelen des Heren boven het altaar, waarop u het Offer opdraagt, u niet?

«Maar.., ik hoor ze niet.»

Als de versterking gedurende het goddeljk Offer niet in uw geest afdaalt, en als u, net als Jezus, een totale verlatenheid lijdt, is onze aanwezigheid onnut.

 «Het nut ligt bij u. Als uw tegenwoordigheid nutteloos zou zijn, dan zouden wij ook de aanwezigheid van de H. Maagd, Johannes en de vrome vrouwen aan de voeten van de stervende Jezus als nutteloos moeten aanmerken»

Het is noodzakelijk te lijden!

Met een hart vol liefde, innerlijk verscheurd bij de aanblik van een zo gruwelijke verlatenheid, zou hij niet onwerkzaam hebben willen blijven. Hij verlangde er naar deelgenoot te zijn in de snijdende pijn.

Pater, waarom draagt u niet ook aan ons een beetje van uw lijden over?

«Men is niet in staat aan iemand de kleinoden van de Bruidegom weg te geven.»

Zegt u mij eens wat ik zou kunnen doen om uw Calvarië te verlichten.

«Te verlichten? Zeg liever: om het te versterken. Het is noodzakelijk te lijden!»

Het doet pijn uw martelaarschap bij te wonen zonder u te kunnen helpen.

«De rijkdom aan pijn moet er ook bij zijn. Voor Jezus was het beslist troostrijker een lijdende moeder te hebben dan een onverschillige.»

Wat deed de H. Maagd aan de voeten van de gekruisigde Jezus?

«Zij leed bij het zien van het lijden van haar Zoon. Zij offerde haar pijn en die van Jezus voor ons heil op aan de Hemelse Vader.

Het is niet verwonderlijk dat het lijden van een dergelijk martelaarschap, ofschoon het zijn Offer totaal omvat, bij voorkeur op twee voor pater Pio in hoge mate belangrijke plaatsen fixeert, om daar de uitwerking ervan nog sterker te ontplooien.

Niet uit nieuwsgierigheid vraag ik u welke wonden u het meest laten lijden?

«Het hoofd en het hart.»

De H. Communie vormt het hoogtepunt van de H. Mis van pater Pio, het meest verheven moment van de passie van Jezus. Over het altaar gebogen, met de handen de kelk stevig omvattend en met de Heer in zijn hart, verwijlt de heilige monnik, wiens zinnen innerlijk en uiterlijk geblokkeerd zijn, zonder op de tijd te letten, lange tijd met Jezus. Men vroeg de pater:

Wat is de Heilige Communie?

«Zij stelt een geheel innerlijke en extreme barmhartigheid present. Smeek Jezus, dat Hij zich ook zintuiglijk laat waarnemen.»

Als Jezus komt, bezoekt Hij dan alleen de ziel?

«Het hele wezen.»

Wat doet Jezus bij de H. Communie?

Hij vindt zijn geluk in zijn schepsel.»

Is de H. Communie een inlijving?

«Zij is een versmelting. Als twee kaarsen, die met elkaar versmelten en niet meer van elkaar onderscheiden kunnen worden.»

Wat moeten wij, als wij ons in de H. Communie met Jezus verenigen, voor u van de Heer vragen?

«Dat ook ik een tweede Jezus mag zijn, helemaal Jezus, altijd Jezus.»

U hebt mij te verstaan gegeven, dat de Heilige Gedaanten in u niet vergaan, dat in uw aderen het bloed van Jezus vloeit! Dan bent u daarom een levende monstrans.

«U zegt het.»

Het mysterie van Jezus’ dood proeven

Jezus, die het hele wezen van pater Pio omvatte, doordat Hij hem op wonderbare wijze met zichzelf verbond, liet de gekruisigde van Gargano graag het mysterie van zijn dood proeven, en wel op dezelfde manier als waarop Hij op Calvarië vol vreugde zijn overgave aan de Vader bezegelde. Tussen uitdrukkingen van tedere liefde en momenten van tedere smart, voltooit ook pater Pio zijn Offer in Jezus.

Waarom weent u, pater, als u de H Communie tot u neemt?

«Waar de Kerk met betrekking tot de Menswording uitroept: ‘Gij hebt de schoot van de Maagd niet versmaad’, wat moeten wij dan nog met ons armzalig gepraat?!»

Lijdt u ook tijdens de H. Communie?

«Dat is het hoogtepunt!»

Gaat uw lijden na de H. Communie nog door?

«Ja, maar een lijden van liefde.»

Troost Jezus u bij deze vereniging niet?

«Jawel, maar daarom blijft men toch nog steeds aan het kruis!»

Tijdens dit hoogst verheven moment, slaat Hij zijn ogen nog eenmaal op:

Waarop richt de stervende Jezus zijn laatste blik?

«Op zijn moeder.»

En waarop richt u hem?

«Op mijn broeders in de ballingschap.»

Daarna boog Hij zijn hoofd en gaf de geest; zo beschrijft de H. Johannes de dood van Jezus. Bij de gekruisigde van Gargano kon het aan het altaar niet anders zijn.

Sterft ook u tijdens de H. Mis?

«Op mystieke wijze bij de Heilige Communie.»

Doorstaat u de dood door de heftigheid van de liefde of van de smart?

«Door allebei, maar meer uit liefde.»

Bij de H Communie lijdt u de dood. Bevindt u zich bijgevoig dan niet meer aan het altaar?

«Waarom niet? Ook de dode Jezus was op Calvarië.»

U hebt gezegd, pater, dat bij de H Communie de Offergave sterft. Wordt u in de armen van de H. Maagd gelegd?

«In die van Sint Franciscus».

Een medelijdend hart dacht bij vergissing, dat de zachtmoedige Heiland eindelijk onder de mensen een ziel gevonden had, waarin Hij naar believen uit kon rusten. De nederige zoon van de Poverello dacht er niet zo over.

Maakt Jezus zijn armen van het kruis los om in u uit te rusten, pater?

«Ik ben het die in Hem uitrust!»

Hoezeer bemint u Jezus?

«Het verlangen is eindeloos, maar in de praktijk, zou ik, helaas, zeggen, is de liefde bijna gelijk nul, en ik schaam mij daarom.»

Aan het einde van de H. Mis las pater Pio met vlammend aangezicht en diep ontroerd de Proloog van de H. Johannes.

Waarom huilt u iedere keer wanneer u het laatste Evangelie van de H Mis leest?

«En jij houdt het voor een kleinigheid, dat God met de mensen spreekt.»

Bij de monnik van Gargano ontbrak zelfs de eschatologische visie op de H. Eucharistie niet.

Waarom huilt u (hij zuchtte voortdurend en de tranen vloeiden rijkelijk) als u de laatste zin van het Johannes Evangelie uitspreekt: “En wij hebben zijn glorie aanschouwd. een glorie als van de Eerstgeborene uit de Vader, vol van genade en waarheid”?

«Lijkt dat jullie weinig te zijn? Als de apostelen met de ogen van het lichaam een zo grote heerlijkheid gezien hebben, hoe groot zal dan niet de heerlijkheid zijn die wij in de Zoon Gods, in Jezus, zullen aanschouwen wanneer Hij zich in het paradijs aan ons openbaart?!»

Op welke manier zullen wij in de hemel met Jezus verenigd zijn?

«Welnu, de H. Eucharistie geeft ons er een voorstelling van.»

Zo was de H. Mis van pater Pio. Maar niet alleen de mensen woonden haar bij:

Is de Allerzaligste Maagd bij uw H Mis aanwezig?

«Denk je soms dat de moeder niet in de Zoon geïnteresseerd is?»

Wonen de engelen uw H. Mis bij?

«In scharen.»

Wat doen zij dan?

«Zij aanbidden en beminnen.»

Wie staat dichter bij uw altaar?

«Het hele paradijs.»

De H. Mis liep ten einde. Maar in het hart van de gestigmatiseerde van Gargano bleef het verlangen aanwezig, op het altaar gekruisigd te blijven.

Zou u meer dan één H. Mis per dag willen opdragen?

«Als ik het in mijn macht had, zou ik de treden van het altaar nooit meer afdalen.»

«Ik draag het lijden van Christus in mij»

Omdat deze buitengewone priester niet voortdurend aan het altaar geboeid kon zijn, transformeerde hij zichzelf in een altaar, om op ieder ogenblik de passie van Christus zichtbaar te maken.

U hebt mij gezegd dat u het altaar altijd met u meedraagt.

«Ja, want de woorden van de apostel zijn waar gebleken:

“Ik draag het lijden van Christus in mij”; “ik ben aan het kruis geslagen”; “ik tuchtig mijn lichaam en maak het dienstbaar”.»

Dus zeg ik terecht dat de gekruisigde Jezus zich in ons midden beweegt! U lijdt voortdurend de hele passie van Jezus!

«Ja, – door zijn goedheid en doordat Hij zich vernedert – , tenminste voor zover dat voor een menselijk schepsel mogelijk is.»

Hoe kunt u werken met zoveel pijn?

«Ik vind mijn rust in het kruis.»

De Pater had de Heer gebeden: «Geef mij het altaar als Uw kruis.»

Zijn gebed werd volkomen verhoord, omdat het in het verleden wellicht nooit met een dergelijke, recht uit het hart komende ernst was gezegd. Het altaar, dat de Goddelijke Kunstenaar daaruit vormde was werkelijk schoon, onvergelijkelijk schoon. In tweeduizend jaar christendom had men een dergelijke gestalte niet gezien. Hij was op een absolute manier de beste. Jezus bleef erdoor aangeraakt, omdat het, het eerste altaar was, dat op wonderbare wijze een beeld was van zijn eigen altaar. In zijn wij wijsheid wilde de Gestigmatiseerde van Calvarië op dit altaar niet zijn eigen kruis oprichten, maar bereidwillig maakte Hij daaraan de gekruisigde pater Pio vast, naar zijn beeld en gelijkenis.

Pater Pio verklaart ons: «Een H. Mis! Vraag een engel wat een H. Mis is, en hij zal jullie waarheidsgetrouw antwoorden: ik begrijp wat zij is en waarom zij wordt voltrokken, maar ik begrijp niet welke waarde zij heeft. Eén engel, duizend engelen, alle heiligen van de hemel weten dat en denken zo. En jij, aan wie de vrucht van de H. Mis wordt geschonken, jij wil niet over haar nadenken?»

De pater zegt voorts: «Als je de H. Mis bijwoont, concentreer je dan helemaal en totaal op het mysterie, dat zich voor je ogen afspeelt: de verlossing van je ziel en de verzoening met God.»

Bemint God het Offer, Pater?

«Ja, omdat Hij daarmee de wereld opnieuw geboren deed worden.»

Welke heerlijkheid verleent God aan de H. Mis?

«Een oneindige verheerlijking.»

Wat moeten wij tijdens de Heilige Mis doen?

«Mee lijden en liefhebben.»

Hoe moeten wij de H. Mis bijwonen?

«Zoals de Allerzaligste Maagd en de heilige vrouwen haar bijwoonden. Zoals de H. Johannes het Eucharistisch Offer en het bloedige op het kruis bijwoonde.»

Welk profijt ontvangen wij als wij de H. Mis bijwonen?

«De verrijkingen zijn niet te tellen. In het paradijs zullen jullie het weten.»

Slotwoord

In de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde, die de H. Johannes voor het einde der tijden verkondigt, zal ook de heilige stad Jerusalem nieuw zijn, die afdaalt uit de hemel, als een bruid getooid voor haar Bruidegom. Dat is de nieuwe tent Gods onder de mensen: God zal temidden van zijn volk wonen. Het nieuwe Jerusalem, zegt de ziener van Patmos voorts, heeft de zon niet nodig, noch de maan, omdat Gods heerlijkheid haar verlicht. De uitverkorenen, die in dit Licht wandelen, zullen zich daar bewegen met de naam van het Lam, dat op hun voorhoofd geschreven staat.

Zullen wij u, pater, in de hemel als gekruisigde zien?

«Tot jullie grootste verheerlijking.»

 

Bron: Stichting Immaculata

3 Comments »

  1. Beste .. bedankt voor de mooie e-mail over het H.Misoffer. Maar nu het volgende : normaal ga ik zondagvoormiddag naar de kerk, Maar vorige zondag wou ik naar de H.Mis kijken naar de tv. Ze stond gepland om 10uur op 1 maar men veranderde dat naar canvas zodat men daar verder kon kijken naar de koers. Hoeveel mensen zullen daardoor de H.Mis niet hebben kunnen volgen vooral bejaarden en zieken. Wil men dan de kerk of beter gezegd het geloof helemaal verwijderen bij de vrt!!!!!

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

%d bloggers liken dit: