Spring naar inhoud

Uit de Openbaringen van de H. Birgitta van Zweden: Waarom God de goddelozen zo lang tolereert

Hoofdstuk 25- De woorden van de Schepper tot de bruid over de manier waarop zijn rechtvaardigheid de goddelozen spaart en wel om een drievoudige reden.

Ik ben de Schepper van Hemel en aarde. Je vroeg je af, mijn bruid, waarom Ik zo geduldig ben met de goddelozen. Dat is omdat Ik barmhartig ben. Mijn gerechtigheid oefent om een drievoudige reden geduld met ze uit. Wegens deze drievoudige reden spaart mijn genade ze.

Ten eerste duldt mijn rechtvaardigheid hen opdat hun tijd volledig kan worden voltooid. Het is als met een rechtvaardige koning die een aantal gevangenen heeft. Je kunt hem vragen waarom hij ze niet ter dood veroordeelt, en hij antwoordt dan: ‘Omdat het nog geen tijd is voor deze definitieve beslissing van het gerechtshof waar ze verhoord moeten worden. Het is omdat degenen die toekijken daar beter door worden gewaarschuwd.’ Op dezelfde manier tolereer Ik de goddelozen totdat hun tijd gekomen is, opdat hun goddeloosheid ook aan de anderen bekend kan zijn. Heb Ik de veroordeling van Saul niet voorspeld lang voordat men dat wist? Ik gedoogde hem voor lange tijd zodat zijn goddeloosheid ook door anderen gezien kon worden. De tweede reden is dat de goddelozen een aantal goede werken doen, hoe gering ook, waar zij voor beloond moeten worden. Op deze manier zal niet het geringste goede werk dat ze voor Mij hebben gedaan onbeloond worden gelaten. Bijgevolg zullen ze reeds hier op aarde hun loon krijgen. De derde reden houdt verband met de manifestatie van Gods glorie en geduld. Het was daarom dat Ik geduld had met Pilatus, Herodes en Judas, ook al stond het oordeel reeds vast. En als iemand jou vraagt waarom Ik deze of gene tolereer, herinner ze dan aan het leven van Judas en Pilatus.

Mijn genade spaart de goddelozen ook om een andere drievoudige reden: Allereerst is het door mijn grote liefde omdat de eeuwige straf lang zal zijn. Om die reden, wegens mijn grote liefde, verdraag Ik ze tot aan het laatste moment opdat hun straf door uitstel van tijd wordt verlaat. Op de tweede plaats om hun menselijke natuur toe te staan door ondeugden weg te kwijnen; immers, de menselijke natuur kwijnt door zonde weg. De tijdelijke dood (het sterven op aarde) is bitterder indien iemand in frisheid van gemoed sterft. In die toestand voert het sterven tot een langzame en bittere dood. Ten derde dient het ter verbetering van goede mensen en de bekering van een aantal goddelozen. Als goede en rechtvaardige mensen door goddelozen worden gekweld, profiteren deze goede en rechtvaardige mensen, want daardoor worden zonden vermeden en krijgen ze grotere verdiensten.

Wat het onderwerp betreft van de bekering van goddelozen zien we dat goddelozen soms een heilzaam effect sorteren op bepaalde andere goddelozen. Wanneer laatstgenoemden het lot en het kwaad van die eersten beschouwen, gebeurt het dat ze daarover gaan nadenken en tot de conclusie komen: ‘Wat voor goed doet het ons ze te volgen?’ En: ‘Omdat de Heer zo geduldig is, is het beter voor ons om ons te bekeren.’ Op die manier keren ze soms naar Mij terug, uit angst die anderen na te volgen. Bovendien zegt hun geweten ze dat je zulke dingen niet moet doen. Men zegt dat als iemand door een schorpioen wordt gebeten, hij genezen kan worden door een soort olie aan te brengen die voor een reptiel dodelijk is. Op vergelijkbare wijze kan een goddeloze die iemand door zonde ziet vallen door wroeging gestoken worden en vervolgens kan hij genezing vinden door na te gaan denken over het kwaad en de ijdelheid van die ander.

Uit: Hemelse Openbaringen – Birgitta van Zweden – HIER online te bestellen

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

%d bloggers liken dit: