Spring naar inhoud

Bezinning voor Hemelvaart: aan de berg voorbij…

Toen ik jaren geleden vaak op Bouwkamp ging met de Bouworde viel het mij op dat in de bergachtige streken waar we kwamen of voorbij reizen vele kerken hoog op heuvels of bergen lagen. Ook talrijke bedevaartsoorden of heilige plaatsen bleken sinds mensenheugenis iets uit te stralen, iets mystieks, iets wat doet verademen en verruimen. Er heerst een speciale ervaring

Een berg dien je te beklimmen. Dat vraagt een inspanning. Ga maar eens naar Scherpenheuvel of Halle als voorbeelden. Na kilometers stappen zie je wat verder het heiligdom. Klimmen! Het laatste loodje weegt het zwaarst… Maar eens boven is het heerlijk, niet enkel in menselijk oogpunt, maar waarvoor men op bedevaart gaat: niet als een soort fitness, hoewel dit meegenomen is, maar als het ‘op weg zijn met velen of alleen naar waar de hemel de aarde raakt!’. Gelukkig liggen heel wat bedevaartsplaatsen niet alle op een berg of heuvel. Goed voor mij als gehandicapte ‘niet- stapper’. Ik vond en vind het dan ook steeds een geschenk dat anderen me voortsjouwen in mijn rolwagen tot waar ook ik graag kom: bij de verrezen Heer of via zijn Moeder. Bedevaartsoorden doen ons stil staan, doen ons bidden, nadenken en zoveel meer.

We vieren in deze tijden vol tekenen morgen het Hoogfeest van Ons Heer Hemelvaart? Voor velen een gewone verlofdag. In sommige landen helemaal niets bijzonders. Een secundair feest? Helemaal niet, want het is het begin na de Verrijzen op Pasen van iets totaal nieuws!

Christus neemt leerlingen mee naar een plaats ergens op een heuvel of berg. Merkwaardig dat Mattheüs in zijn Evangelie weinig detail geeft. Dat is ook van minder belang. Van belang is de zending en de opdracht. Jammer voor de gazet toen… Het waren wel elf leerlingen. Toch niet onbelangrijk. Judas was er niet meer bij en zijn opvolger Matthias was waarschijnlijk nog niet aangeduid. Ja, ze waren weer samen, na hun wedervaren in de Goede Week en hun angst rond Pasen. Jezus verscheen hen in die dagen, maar na veertig dagen, een belangrijk getal, krijgen ze een tocht te verwerken. Ze gaan terug naar de bakermat, het Galilea ‘der heidenen’. Niet Jeruzalem meer, niet meer de wereldse centra waarvan men hoopte dat met de komst van de Messias de Romeinen het land zouden uitgejaagd zijn. Niets is minder waar. En er zou erger komen. De ondergang van Jeruzalem is daar. Ze gaan naar Galilea. Het doet me denken aan de berg ‘Tabor’ waar Jezus eerder Petrus, Johannes en Jakobus op de berg bracht waar Hij van gedaante veranderde. Ze begrepen niet alles, niet toen en nu ook niet. We horen “sommigen twijfelden”. Herkennen wij er ons in?

Er moet iets bijzonders gebeurd zijn op dit moment met Hemelvaart. We horen “ze wierpen zich neer in aanbidding”. Leek het niet wat afstandelijk wat Jezus deed? Zoals ze het niet vatten op de berg van de gedaanteverandering zijn ze nog huiverig tegenover een Zoon van God die een nieuwe gedaante aanneemt. Twijfel is steeds een kenmerk van ons mens- zijn. Een opdracht van omvang voor ons in deze tijden.

Ook wij zijn eeuwige twijfelaars. Uiteraard moeten we waakzaam zijn en op onze hoede, maar hoe rijmen we dit alles? Ik denk dat we best de Heilige Geest aanvoelen die ons als Helper is gegevens. (Pinksteren nadert !) In gebed krijgen we antwoord. Kijken we naar de tekenen van de tijd en luisteren wij de Heilige Schrift waarin vel te ontdekken valt en alles is geopenbaard. Maar zoeken wij die heilsmiddelen? Ik spreek dan nog niet van visioenen en het middelares-zijn van Maria. Ook hier zijn vele wegen die ons het heil laten smaken.

Vervolgens staat in het Mattheüs- evangelie ( Mt. 28, 16-20 ) : “Jezus trad nader bij en sprak tot hen…” Als we de Heer ver weg voelen dan komt Hij dichtbij, op vele wijzen. Hij kwam meer dan lichamelijk spiritueel in hun hart en hun ziel. Zien wij het niet? Horen wij het niet? Enz…

Met andere woorden kunnen we hieruit horen dat Jezus zomaar niet weg gaat. Neen, Hij komt zelfs nog even ‘nader’ alsof Hij wil stellen dat Hij iets te zeggen heeft, zegt de Evangelist. Wat Hij te zeggen heeft is namelijk heel belangrijk, om in te prenten en als het ware te onthouden als een soort afscheidstestament.

En die woorden luiden “Mij is alle macht gegeven in de hemel en op aarde…”. Dat is niet niets. Was dit wel te vatten door de leerlingen, laat staan onszelf? Iemand die alle macht overstijgt van welke grote machthebber ooit, hier in deze wereld maar meer nog, ook in zijn belofte van het Hemelse Koninkrijk. Dat is fenomenaal en daar is slechts één conclusie bij te maken: ofwel negeren wij die woorden van Christus als grootsprekerij ofwel aanvaarden we nederig dat we als mens zo nietig zijn en God bijna niet te vatten is. Gelukkig, want een godheid die tijdelijk is en werelds trekken vertoont is stof door de vingers. Al onze kleinmenselijke betrachtingen zijn niet waardeloos maar o zo van voorbijgaande aard. Als Jezus naar zijn Vader terugkeert, dan belooft Hij eens terug te keren. Zomaar, uit nieuwsgierigheid alsof Hij nog geloof zou vinden op aarde of met een duidelijk belofte om ons mee te leiden naar zijn eeuwig Koninkrijk. Kunnen wij met al ons zwoegen en najagen een el toevoegen aan ons leven? Kunnen wij de eeuwigheid bevatten? Wij die nu eenmaal tijdelijk zijn en zo beperkt, maar onze vrijheid maakt ons een deelgenoot aan de weg die de Heer met ons gaat. Hij is dus nooit veraf weg, maar steeds nabij, op een andere wijze.

Het komt me voor de geest dat we hierin de sacramenten mogen plaatsen. Deze zichtbare tekenen van een onzichtbare werkelijkheid! Dat geeft innerlijke vrede en vreugde aan de mensen in onze beperktheid. Dat geeft hoop in ons geloof en zet aan tot liefde voor allen en God. Deze liefde is heel anders dan die wat de wereld ons kan schenken. Als wij in alles een geschenk zijn van God, dan zijn wij gelukkige stervelingen die tot veel in staat kunnen zijn. Daarom schenkt God zijn Heilige Geest. God blijft steeds naast ons wandelen. In de Eucharistie is Hij ten volle aanwezig. In elke Eucharistie zien wij een God die zichzelf geeft zoals op Witte Donderdag en Goede Vrijdag. Hij lijdt als wij Hem doen lijden of zijn volle geschenk niet aanvaarden of negeren. Het geeft meer dan kracht ook in moeilijke momenten, persoonlijk en maatschappelijk. Ook hier ligt een raakpunt met de huidige crisissen die we doormaken, nu en in het verleden en we zijn gewapend in het geloof voor toekomstige gebeurtenissen hier.

“Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen”. Een duidelijke opdracht aan ons allen. Niet bij de pakken blijven zitten en zeggen “ik heb het goed”, of  “ik heb de waarheid in eigendom”. We hebben ons geloof niet in eigendom om er alleen van te genieten. De Blijde Boodschap, zoals we dat heten, is voor allen bestemd. Het is zomaar geen wereldse boodschap van naastenliefde, solidariteit of weet ik wat alleen, want daarmee wordt hedentendage nogal gegoocheld, maar het is een alomvattende onthulling van de grootsheid wat ons te wachten staat. Wat we nu te doen hebben is niet statisch in tijd en ruimte, maar glanst in het licht van de voleinding der schepping. God brengt alles en allen bijeen en wij zijn zijn medewerkers.

Zo konden de eerste leerlingen niet blijven staren naar de hemel, maar dienden ze terug de berg af te dalen zoals bij de Gedaanteverandering. Aan de berg voorbij! In het dal is het te doen. Dat dal is soms een dal van tranen, zoals de Psalmist het uitzingt. Het is een mix van goed en kwaad, van vreugde en ontgoocheling, van vrede en oorlog, van gezondheid en ziekte. Bij dat alles staat God ons bij en doorheen ons getuigenis en onze werken kan Hij ten volle zijn Werk verrichten. Wat een vreugde om leerling te mogen zijn van zo’n beloftevol afscheid op Hemelvaart. Alles heeft in deze een diepe zin. Mogen wij dat blijvend ontdekken in wat we dagelijks doen en verwoorden.

Leerlingen worden we door ons doopsel. Ooit zei ergens een bisschop: “Christenen, wat doe je met je doopsel?” We feesten graag, ook op Hemelvaartsdag. Alles erop en er aan. Maar vinden we tijd om te bidden ( = onze geloofsaccu opladen! En de Heer in ons hart toe laten…)?
‘Doopsel’ is elk moment door het water gaan en ons zuiveren van alles wat ons van die verlossende God verwijdert. Doopsel is zich bekeren met het hart en omgaan met Gods schepping ons gegeven.

Doopsel gaat samen met God in zijn volheid. Het is een doopsel van voortdurende hernieuwing van ons geloof. Of zoals we ons kruisteken maken of in de Paasnacht ons doopsel hernieuwen. Een doopsel ‘in de Naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest’! En bij dat alles mogen we niet vergeten om zijn geboden te onderhouden en onze eigen gebouwde richtlijnen te toetsen aan die van God, die ons ten slotte als geschenk gegevens worden en meer zijn dan een leidraad, een “te doen’ houding. “Leert hun te onderhouden alles wat Ik u bevolen heb.” Maar dat veronderstelt voor ons als leerlingen een houding om die te onderhouden. Hierin is het goede voorbeeld onmisbaar.

Jezus doet ten slotte een belofte. “Ziet, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld”. We zijn al niet verweesd want de Helper, de heilige Geest staat ons bij, zijn Moeder Maria, de voorspraak van velen in de Kerkgeschiedenis die als leerlingen die weg hebben gewezen in zo veel verschillende omstandigheden, maar Christus blijft bij ons. Daarover hadden we het reeds enkele alinea’s geleden, maar “tot aan de voleinding der wereld”. De wereld dient hernieuwd te worden in Christus en zoals bij de ganse schepping krijgen we maximale kansen om ons daartoe in te zetten, met onze talenten en genaden. Kom Heer Jezus, kom!

Priester Philippe Vindevogel

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

%d bloggers liken dit: