Uit de visioenen van de Zalige A.K. Emmerick – Jezus leert over ons bezit hier op aarde
Ik ben momenteel aan het lezen in een boek van de visioenen van de Zalige A.K. Emmerick over het Openbaar leven van Jezus; Tweede jaar deel 1. Eergisteren las ik een mooie les over het aardse bezit. Ik heb daar toen zitten over nadenken, en diezelfde nacht kreeg ik ook een droom erover.
Dit is de passage (blz. 298):
(29 augustus) Eén gebeurtenis was heel opmerkelijk. De eigenaar [van een akker], bij wie Jezus verbleef, beklaagde zich bij de Heer over een buurman, die hem reeds sinds lange tijd op allerlei manieren benadeelde in zijn rechten en stukken van zijn akker in bezit nam. Jezus ging met de eigenaar naar de akker en liet zich tonen waarover het ging. Daar de moeilijkheden reeds een hele tijd aan de gang waren, was het reeds een aanzienlijk stuk grond dat de nabuur had ingepalmd en de eigenaar jammerde dat de man voor geen rede vatbaar was. Jezus vroeg toen aan de eigenaar of hij nog genoeg bezat om zichzelf en zijn familie het nodige te verschaffen en goed te voeden. De eigenaar antwoordde: “Ja, daar gaat het niet om, ik kan nog wel goed leven, maar…”
Jezus zei hem toen: “In dat geval heb je niet echt iets verloren. Besef immers goed dat niets ons op aarde in eigendom toebehoort en dat wij voldoende hebben en tevreden moeten zijn indien wij het nodige hebben om in ons levensonderhoud te voorzien. Je zou aan je gebuur meer grond moeten afstaan dan hij vraagt, om aldus zijn honger naar aards bezit te verzadigen, want alles wat een mens hier op aarde met blijde edelmoedigheid afstaat om de vrede te bewaren, zal hij in het Rijk des Hemels overvloedig terugkrijgen. Je slechte buurman handelt juist en gepast volgens zijn eigen opvatting, want voor hem is zijn rijk op aarde, en daarom streeft hij er naar zijn aardse bezittingen uit te breiden en geeft hij er helemaal niet om dat hij niets zal bezitten in het Rijk des Hemels. Het is goed van je buurman te leren hoe je moet te werk gaan om je te verrijken en eeuwig bezit te verwerven in het Rijk van God.”
En dit was de droom die ik diezelfde nacht had, die mij dit nog meer verduidelijkte:
Ik was in een grote stad, en er kwam een vreemde bedelaar (een migrant) mij om 5 euro vragen, terwijl hij zijn portefeuille open hield. Ik gaf hem 20 euro en zei dat hij nu genoeg had om eens goed te eten enz, en dan liet de man mij met rust en ging ik verder.
Voor mij was dit duidelijk: als iemand vraagt: geef, zonder dralen, en geef zelfs méér. De Vader in de Hemel zal het u vergoeden.
In het Evangelie staat immers in de Bergrede van Jezus (Matt. 5,40-42):
“En als iemand u voor het gerecht wil dagen en uw onderkleed afnemen, laat hem dan ook uw bovenkleed. En als iemand u vordert één mijl met hem te gaan, ga er twee met hem. Geef aan wie u vraagt en wend u niet af als iemand van u lenen wil.”