Uit de huwelijkstoespraken van Zijne Heiligheid Paus Pius XII: Het Kostbaar bloed van Jezus
Een toespraak van Paus Pius XII aan pas gehuwde echtparen tijdens de Algemene Audiëntie op woensdag 3 juli 1940 (maar in onze tijd even actueel):
De vroomheid der gelovigen wijdt de maand juli aan het Kostbaar Bloed van Onze Heer Jezus Christus toe; ter wiens ere door de Kerk de eerste dag van die maand als een plechtige liturgische feestdag gevierd wordt. Daarom wensen wij u heden over dit onderwerp, dierbaar aan iedere christenziel, kort te onderhouden.
In een uur van wrede strijd, waarbij mensenbloed bij stromen in de wereld vloeit, moge de overweging van de wonderbare eigenschappen van het goddelijk Bloed, dat uit zuivere liefde is uitgestort en een onuitputtelijke bron van verzoening en van vrede is, vertroosting zijn voor uw harten en een vertrouwen voor uw zielen.
Het Kostbaar Bloed van Jezus
De oneindige kracht van het Verlossingsbloed is u voorzeker niet onbekend. Ook weet ge wel, dat sommige kerken of kapellen er zich op beroemen enige overblijfselen of sporen ervan te bevatten, zoals we bijvoorbeeld de Heilige Trap vereren. Bovenal zijt ge er van overtuigd, dat in het Tabernakel onder de schijn der Hostie dit bloed zelf werkelijk tegenwoordig is met het lichaam, de ziel en de godheid van de Zaligmaker. Meerdere malen hebt ge bij de aanbidding van dit Hoogheilig Sacrament met de heilige Liturgie de woorden van het Pange lingua herhaald: “Bezing, o stem, het geheim van het roemvol Lichaam en Kostbaar Bloed van Onze Heer.” En niet weinigen onder u zullen, naar wij hopen, eergisteren met een vrome H. Communie het feest van het Kostbaar Bloed hebben gevierd.
Deze betiteling “Kostbaar Bloed” gebruikte reeds de H. Petrus, toen hij aan de christenen van zijn tijd schreef: “Gij weet, dat ge niet met vergankelijk zilver of goud zijt vrijgekocht… maar door het kostbaar Bloed van Christus, als van een lam zonder vlek of gebrek”, en is in het kerkgebed een vaste uitdrukking geworden, zoals in het Te-Deum-vers, dat we geknield bidden “Te ergo quaesumus…”; Wij bidden U dan, Heer, kom uw dienaren te hulp, die Gij door Uw kostbaar Bloed hebt vrijgekocht.”
De functie van het bloed
Het is heel natuurlijk, dat iedere mens zijn bloed hoogacht als een goed van grote waarde. Het dient dan ook om voedingsmateriaal en zuurstof naar de verschillende weefsels te voeren, terwijl de witte bloeddelen het organisme tegen besmetting met bacteriën behoeden. Daarom is het één der eerste zorgen der ouders aan hun kinderen een bloed over te dragen, dat niet door inwendige ziekten of uitwendige besmetting of voortgeschreden ontaarding is bedorven of ontkracht.
Bedenk echter wel, dat, wanneer ge uw kinderen de erfgenamen van uw bloed noemt, gij op iets hogers dan slechts de lichamelijke voortplanting moet doelen. Gij zijt, en uw kinderen behoren te zijn: spruiten uit een geslacht van heiligen; volgens het woord van Tobias aan zijn jonge bruid: Filii sanctorum sumus; wij zijn kinderen van heiligen; dat is: van mannen, door de bovennatuurlijke genade geheiligd en deelgenoot gemaakt aan de goddelijke natuur.
Uit kracht van het Doopsel, dat de verdiensten van het goddelijk Bloed op de dopeling toepaste, is de christen kind van God geworden, één van hen, die volgens de Evangelist Johannes “in Zijn naam geloven; die niet uit bloed, noch uit de wil van vlees of man, maar uit God geboren zijn.” Bijgevolg moet men, als er onder gedoopten sprake is van het voorvaderlijk bloed meedelen aan de nakomelingen – die toch zullen moeten leven en sterven, niet als redeloze dieren, maar als mensen en christenen – de zin van deze woorden niet tot een zuiver biologisch en stoffelijk element beperken, maar uitstrekken tot wat in het verstandelijke en geestelijke leven de voedende vloeistof is en duizendmaal kostbaarder dan het bloed, hoe voornaam ook, dat in hun aderen is uitgestort: namelijk het erfdeel van geloof en deugd en eer, dat ouders in hun nakroost overplanten.
De leden van een adellijke familie gaan er groot op, uit aanzienlijk bloed gesproten te zijn. En dit aanzien, op de verdiensten der voorvaderen gegrond, omvat voor die erfgenamen heel wat mee dan slechts lichamelijke voordelen. Al diegenen evenwel, die de genade van het Doopsel hebben ontvangen, kunnen zich “Prinsen van den bloede” noemen, niet slechts van koninklijke, maar van goddelijke bloede. Stort, daarom, dierbare bruidsparen, in de kinderen die God u schenken zal, een zodanige hoogachting voor deze bovennatuurlijke adelstand in, dat zij bereid zijn alles liever op te offeren dan zulk een kostbare schat te verliezen.
De kracht van het vergoten bloed
Denkt, om dit nog beter te waarderen, aan de weldaad die het u meedeelt. Ge kent wel de geschiedenis van het eerste Paasfeest in het Oude Verbond; en ge weet, dat, toen de Heer zijn Engel zond om de eerstgeborenen van de Egyptenaren te treffen, Hij aan de kinderen van Israël beval een vlekkeloos lam te slachten en met het bloed ervan de deurposten van hun huis te tekenen. Bij het zien van dit teken zou de Engel verder gaan en de zonen van het uitverkoren volk sparen.
Geheel de Overlevering vanaf de Apostelen en de Kerkvaders ziet in dit lam het beeld van Christus, geslachtofferd op het Kruis, opdat de mensen die met Zijn Verlossersbloed getekend waren, van de eeuwige dood zouden worden gered. Toch wilde God onder de Oude Wet het bloed van het paaslam, hoe rein in zich ook, niet als huldeblijk aanvaarden dan slechts als een voorlopige ritus.
Heel wat anders is mensenbloed, zowel uit kracht van zijn werking, als door zijn zinnebeeldige waarde. Op misdadige wijze vergoten schreeuwt het bij God om wraak, zoals het bloed van Abel. Maar uit liefde voor de mensen gestort, vormt het de hoogst mogelijke liefdedaad. Die daad heeft Christus voor ons gesteld. Juist omdat het bloed van dierlijke slachtoffers onmachtig was, de zonden der wereld weg te nemen, is het Woord vlees geworden om zichzelf de Vader als een offer van aanbidding en verzoening aan te bieden. Met geheel vrije wil heeft Hij Zijn leven gegeven, Zijn bloed vergoten ter vrijkoping van het zondige mensdom.
Dat verlossend bloedvergieten begon acht dagen na s’ Heeren geboorte in de heilige ritus der Besnijdenis; werd later gedurende de smartvolle uren van Zijn lijden voortgezet, in de zielsangst bij de doodstrijd in Gethsemani, onder de geselslagen en bij de doornenkroning in het gerechtshof; werd eindelijk ten volle verwerkelijkt op Calvarië, waar Zijn Hart doorboord werd, opdat Het altijd voor ons zou geopend blijven. Het bloed, door Jezus aldus als offerbloed vergoten, dat Hem tot “Middelaar van het Nieuw Verbond” maakte, “spreekt luider dan Abel,” zegt Paulus. De roep om vergeving overschreeuwt die van de misdaad, omdat de kreet om medelijden en vergeven uitgestoten wordt door een God-mens.
Godsvrucht tot het Kostbaar Bloed
Hernieuwt dus, dierbaren zonen en dochters, in uw harten de heilzame godsvrucht tot het Kostbaar Bloed van Jezus. Het teken, dat dit Bloed bij het Doopsel in uw ziel drukte, is, zoals ge weet, onuitwisbaar. Volgens de gewone voorstellingswijze schijnt het vergoten bloed aan de handen van de boosdoener te kleven, evenals de misdaad en de wroeging zich vastvreten in zijn geweten. Poëzie en toneelkunst hebben in deze hardnekkige vasthoudendheid stof tot indrukwekkende taferelen gevonden. En tevergeefs waste Pilatus zich ten aanzien van het volk de handen, die het doodvonnis van de Rechtvaardige ondertekenden. Tot het einde der wereld zal die goddelijke bloedvlek onuitwisbaar op zijn aandenken rusten: “Die geleden heeft onder Pontius Pilatus.”
Christen-bruidsparen; van u hangt het af, aan het Bloed van Christus in uw zielen en in die van uw kinderen een stem van vergeving of een stem van wraak te geven. Als ge dit merkteken altijd levend en glanzend in zijn eerste frisheid bewaart, spreekt het slechts van verlossing en barmhartigheid. Maar als het door het slijk der zonden verfletst en besmet is, verandert het zich in een brandmerk van veroordeling. Doch ook dan blijft het u nog een toevluchtsoord. Al zouden uw fouten ook ontelbaar zijn, ge kunt daarna nog altijd uw doopkleed opnieuw wassen in het Bloed van het Lam, dat niet ophoudt voor u te vloeien in de sacramenten van Biecht en Eucharistie.
Zo zal dit teken, in vroomheid ongeschonden bewaard of met nederige moed herkregen, uw schutse zijn, wanneer de Engel als wreker der goddelijke Gerechtigheid tot u zal komen en tot uw nakomelingschap. Ja, ge kunt nu reeds en wel voor uw gehele levensduur de haatkreet der Joden u als een liefdekreet eigen maken: “Zijn Bloed kome over ons en over onze kinderen.”
Heer Jezus, – kunt ge zeggen -, die Uw kostbaar Bloed voor alle zondaren vergoten hebt, laat dit Bloed als verlossingsgenade neerdruppelen op ons, op hen die ons dierbaar zijn, en vooral op hen die eens zullen zijn, als het U behaagt, de erfgenamen van ons bloed!
Woensdag 3 juli 1940. Osservatore Romano, Giovedi il 4 Luglio 1940 (nr. 152-24.346); Discoris agli Sposi 149-155
Uit: Bruidsparen bij den Paus – Huwelijkstoespraken van Z.H. Paus Pius XII in de eerste twee jaren van zijn Pausschap – Met pauselijk verlof in het Nederlands overgezet door Mgr. Dr. Jan O. Smit, bisschop van Paralus; Kanunnik van Sint-Pieter te Rome; Uitgeverij J.J. Romen & Zonen, Roermond-Masseik, 1941. Imprimtur: Dr. Jos Keulers, Libr. Cens.; Ruraemundae, die 8 aug. 1941.
Grtjs
Willy
Verzonden vanuit Mail voor Windows 10
LikeLike