Spring naar inhoud

Toewijding aan Jezus door Maria in 30 dagen – H. Grignion de Montfort

Op 27 april overleed een trouwe volger van mijn blog: Brigitte Vandepoele (69). Zij heeft mij vanaf het begin gesteund en geholpen waar ze eventueel kon (bvb. met de publicatie van boekjes), en regelmatig bestelde ze prenten en dergelijke om in haar omgeving uit te delen. Op 6 april stuurde ze mij de voorbereidende oefeningen voor de plechtige toewijding aan Jezus door Maria uit het ‘Gouden Boek’ van de H. Louis Maria Grignion de Montfort. Ze schreef toen:

Dag Michael,

Je weet dat het Kindje Jezus in Sievernich meermaals verschijnt met Het Gouden Boek in zijn hand. In oktober werd er aan de gebedsgroep gevraagd door Jezus om de Toewijding aan Jezus door Maria te doen volgens de Montfort. Ik heb dat ondertussen reeds herhaald maar had omdat mijn boekje zeer klein is besloten om de tekst in te scannen / over te schrijven. Ik stuur je hier in bijlage de tekst voor als je die tenminste kan gebruiken.

hartelijke groeten,

Brigitte

Die tekst kan ik natuurlijk gebruiken, en ik geef hem hier integraal voor de lezers:

HET GOUDEN BOEK

Louis Marie Grignion de Montfort (1958)

Voorbereidende oefeningen voor de plechtige Toewijding aan Jezus door Maria

1.DE TWAALF DAGEN

Onthechting van de bedorven wereld

Maria’s trouwe dienaren moeten de bedorven wereld te zeerste verachten, haten en vluchten…Daarom moeten degenen die deze bijzondere godsvrucht willen omhelzen, eerst 12 dagen besteden om zich te ontdoen van de geest der wereld, die in strijd is met die van Jezus Christus (de Montfort). Die onthechting, die zuivering, die haat moet men vragen aan Jezus en Maria door al de gebeden en oefeningen van de 12 dagen en zich toeleggen op de verachting der bedorven wereld met haar denkwijzen en ondernemingen.

Men bidt dagelijks:

· Litanie van de H. Geest,

· Ave Maria Stella of de litanie van de H. Maagd,

· de rozenkrans of tenminste het rozenhoedje.

Aanbevolen lectuur: Evangelie van Mtt hoofdstuk 5, 6, 7, 24, 25, Lucas 12,13

Navolging van Christus: Boek I: 13, 18, 19

1.

“Ik bid geenszins voor de wereld, maar voor degenen die Gij Mij hebt gegeven, omdat zij U toebehoren.” Joh 17, 9

Jezus, de eeuwige Wijsheid, hoewel oneindig barmhartig, sluit de hovaardige en bedorven wereld uit van Zijn gebed. Maar, o troostvolle geachte, Hij bidt voor degenen die Hem door de Vader zijn gegeven en ook aan Zijn Moeder toebehoren.

O Jezus, o Maria, dat Uw gedachten mijn gedachten wezen, Uw liefde mijn liefde!

2.

“Niemand kan twee heren dienen, want hij zal de ene beminnen en de andere haten of de ene aanhangen en de andere verachten!” Mtt 6, 24

Wij kunnen niet tegelijk God en de wereld dienen. Het christelijk leven bestaat hierin, dat men zich losmaakt uit de slavernij der wereld om tot de vrijheid der kinderen Gods (de kinderen van Maria) te komen.” (Navolging van Christus)

O goede Meester, o verheven Meesteres, wat is Uw juk zoet en Uw last licht!

3.

“Zalig de armen van geest…!” Mtt 5, 3

“Verzamel u geen schatten op aarde waar roest en worm ze vereren of waar dieven ze u ontfutselen. Mtt 6, 19

De wereld begeert slechts de tijdelijke goederen, verheugt zich slechts over aards gewin: zij bedroeft zich over een verlies en is verbitterd over een lichte belediging.

Mijn God en mijn Al.

4.

“Als iemand onder u de eerste wil zijn moet hij aller dienstknecht wezen.” Mc 10, 43

“De wereld verlangt geacht en geëerd te worden, zij vreest te worden miskend en veracht.

Heilige Harten van Jezus en Maria, leer mij de verachting beminnen.

5.

“Voorwaar, ik zeg u, indien gij u niet bekeert en wordt als kleine kinderen, zult gij het Rijk der Hemelen niet binnengaan.” Mtt 19, 3

De wereld is vol listen; zij tracht te lokken en te verrassen; zij verleidt en heeft geen ander doel dan zichzelf.”

Heilige Harten van Jezus en Maria, voor U alleen wil ik leven!

6.

“Zalig die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid want zij zullen verzadigd worden! Mtt 5, 6 – Zoekt op de eerste plaats het Rijk Gods en Zijn gerechtigheid!” Mtt 6, 33

De wereld is nieuwsgierig naar geheimen en nieuwstijdingen: zij wil zich vertonen en zien, zelf onderzoeken, zij verlangt gekend te worden, lof en bewondering te oogsten.

Gelijk het dorstig hert verzucht naar de waterbronnen, zo verlangt mijn hart naar U, o Jezus, o Maria!

7.

“Zalig die wenen want zij zullen getroost worden.” Mtt 5, 5

De wereld denkt slechts aan lachen, zoekt slechts de tijd aangenaam door te brengen en zich te vermaken; wordt er geweend, dan zijn dat nutteloze of schuldige tranen. Slechts één kwaad, de zonde, verdient beweend te worden en die tranen heeft de Zaligmaker ook gezegend door deze troostvolle woorden: “Vele zonden zijn haar vergeven omdat zij veel bemind heeft.” Lc 7, 47

Mijn God, het is mij van harte leed U beledigd te hebben.

8.

“Zalig de barmhartigen want zij zullen barmhartigheid verwerven.” Mtt 5, 7

“Heer, indien mijn broeder mij heeft beledigd, hoe dikwijls moet ik hem dan vergeven? Tot zeven maal toe? – Ik zeg u niet zeven maal, maar zeventig maal zeven maal.” Mtt 18, 21 – 22

De wereld, zeer gevoelig op het punt van eer, is wrokkig, wraakzuchtig en vol haat en altijd geneigd te zeggen: oog om oog, tand om tand!

O Maria, Moeder van barmhartigheid, geef dat Uw Hart mijn hart zij!

9.

“Zalig de zuiveren van hart want zij zullen God zien!” Mtt 5, 8

“Uw God is een verslindend vuur, Hij is een ijverzuchtige God.” Eccl (Jezus Sirach)

De wereld zoekt slechts de liefde van de schepselen; zij wil een onbeteugelde vrijheid, genoegens zonder maat. Zij voert een wekelijk zinnelijk leven; is uitgelaten; heeft afkeer voor alle dwang en hinder; het is een aaneenschakeling; een weefsel van nietigheden en beuzelarijen.

Schep in mij een zuiver hart, o mijn God, ik vraag het U door het Onbevlekte Hart van Maria.

10.

“Zalig die vervolginglijden om de gerechtigheid!” Mtt 5, 10

De wereld draagt met moeite lijden, tegenspraak, ziekte, kritiek, verachting, in één woord, alles wat beledigt of vernedert

Lijden en veracht worden voor U, o Jezus, o Maria!

11.

“Zalig zijt gij wanneer de mensen u haten en u verbannen!” Lc 6, 22

De wereld vindt behagen in het grote getal vrienden en verwanten; zij beroemt zich op een verheven rang, op hoge afkomst; zij vleit de machtigen en rijken, en juicht haar gelijken toe

O Jezus, o Maria, wanneer zult gij mij genoeg zijn!

12.

“Ik vraag U niet ze van de wereld weg te nemen, maar ze voor het kwaad te behoeden – Zij zijn niet van de wereld, zoals ook Ik niet van de wereld ben.” Joh 17, 14-15

Als slaaf van Maria moet ik al mijn plichten vervullen en met de wereld het nodige verkeer onderhouden; maar ik moet ten zeerste haar geest vermijden, die zelfs tot de godvruchtige zielen wil doordringen.

Heilig Hart van Jezus, ik vertrouw op U; Gij hebt met Maria de wereld overwonnen.

II. EERSTE WEEK.

Zelfkennis.

Gedurende de eerste week moeten zij al hun gebeden en godvruchtige oefeningen verrichten om de kennis van zichzelf en het berouw over hun zonden te verkrijgen, en alles doen in de geest van nederigheid. Onze Heer en de H. Geest zullen zij om verlichting vragen met de woorden: Domine, ut videam. Heer, dat ik zie; Noverim me. Dat ik mij ken. Zij nemen hun toevlucht tot de H. Maagd en vragen haar deze genade, die de grondslag moet zijn van alle andere.» (de Montfort)

Gebeden: zoals de 12 dagen.

Men bidt dagelijks:

· Litanie van de H. Geest,

· Ave Maria Stella of de litanie van de H. Maagd,

· de rozenkrans of tenminste het rozenhoedje.

Aanbevolen lectuur: Navolging van Christus: Boek I: Hoofdstuk 21-25, Boek II hoofdstuk 5, Boek III hoofdstukken 7, 8, 20.

1.

«Ik ben in ongerechtigheid ontvangen en in zonden heeft mijn moeder mij voortgebracht.» Ps. Miserere

De erfzonde heeft in mijn ziel achtergelaten de drievoudige begeerlijkheid van het vlees, de ogen en de geest; deze zijn voor mij een bron van voortdurende bekoringen.

Mijn zonden, mijn slecht onderdrukte driften, mijn zwakheden hebben mijn aangeboren slechte inborst nog meer bedorven.

O Maria, Moeder van mijn God, verlaat mij niet, totdat Gij mij, van zondaar die ik ben, heilig hebt gemaakt.

2.

«Ik doe niet het goede dat ik wil, en ik doe het kwade, dat ik verafschuw.» Rom. 7, 15.

«Als ik in mij zelf afdaal, wat vind ik dan, o mijn God? Soms een vluchtige vreugde, meestal een diepe verveling; ik weet niet welk een heimwee naar de Hemel en tegelijk alle driften der aarde; een gebrekkige wil, die tegelijkertijd wil en niet wil; een grote hovaardij bij een grote ellende. Ziedaar de toestand, waarin de zonde mij heeft gebracht.»

O Maria, Gij zijt de koningin der barmhartigheid, en het zijn niet de verdiensten die Gij zoekt, maar wel de ellenden om ze te lenigen; en wat is er rampzaliger, ellendiger op aarde dan ik?

3.

«Wat mij betreft, die meer geneigd ben mij van het goede te verwijderen, dan het te naderen, ik volhard niet lang in dezelfde staat en verander zeven maal daags.»

Zelfs als wij met goede wil begonnen zijn het goede te doen, zijn wij behept met een onbegrijpelijke onstandvastigheid. Hoeveel besluiten heb ik genomen en hoeveel ten uitvoer gebracht?

O Maria, plaats U als een zegel op mijn hart, opdat ik in U en door U getrouw bevonden wordt aan mijn God!

4.

«Mijn slechte daden verschoon ik dikwijls door nog slechter verontschuldigingen.» Omdat ik vol ben van hovaardij en de vernedering vrees, wil ik niet berispt worden over mijn fouten en zoek ik uitvluchten om ze te bedekken.

«Ik zal tegen mij zelf mijn ongerechtigheid belijden en ik zal voor U, o Heer, mijn zonde bekennen.» (Ps. 31, 5-6.)

5.

«Van buiten schijnt gij voor de mensen rechtvaardig, maar inwendig zijt gij vol schijnheiligheid en ongerechtigheid.» Mtt. 23, 28.

Hoe menigmaal heb ik door mijn woorden, mijn optreden of daden, gevoelens geveinsd die ik niet had, en dat enkel om in de ogen van anderen beter te schijnen, dan ik in waarheid ben!

O Maria, verwijder voor altijd uit mijn hart alle geest van dubbelzinnigheid en leugen.

6.

«Wat ziet gij de splinter in het oog van uw broeders en niet de balk in uw eigen oog ?» Mtt. 7. 3

«Zij leggen anderen zware en ondragelijke lasten op, die zij zelf niet met de vinger zouden willen aanraken.» Mtt. 23, 4

«Ik verlang, dat anderen vrij zijn van gebreken, en ik verbeter niet de mijne. Ik wil, dat men anderen streng berispt en ik wil zelf niet berispt worden, Het hindert mij, dat men hun te grote vrijheid laat, en ik wil niet, dat men mij iets weigert. Ik wil, dat men hen door wetten in toom houdt, en ik duld niet dat men mij in het minste tegenstreeft.

O Maria, dat ik mij ken!

III. TWEEDE WEEK

Kennis der Allerheiligste Maagd

Gedurende de tweede week moeten zij zich in alle gebeden en werken van iedere dag beijveren om de Allerheiligste Maagd te leren kennen. Die kennis moeten zij aan de Heilige Geest vragen.» (de Montfort)

Dagelijkse gebeden: dezelfde als de vorige weken: Litanie van de H. Geest, Ave Maria Stella of de litanie van de H. Maagd, de rozenkrans of tenminste het rozenhoedje.

Aanbevolen lectuur: Lc 1 en 2 – Joh 2 en 19, Ware Godsvrucht: Maria’s genadegeheim.

1.

“Gelijk een lelie onder de doornen, zo schittert mijn Welbeminde te midden der kinderen van Adam.” Hooglied 2, 2

Maria, Dochter, Moeder, Bruid van God, is verheven boven al de werken van ’s Heren handen.

«O Maria! meesterstuk van de Allerhoogste, wonderwerk der Eeuwige Wijsheid en der goddelijke Almacht, afgrond van genade: slechts Hij, die U heeft geschapen, kent de hoogte, de uitgestrektheid en de diepte der genaden, die Hij U gegeven heeft!» (de Montfort)

Wees gegroet, Maria, vol van genade!

2.

«Ziedaar uw Moeder!» Joh 19. 27

Maria, Moeder van de Allerhoogste en Koningin van het heelal, is waarlijk mijn Moeder. Door haar toestemming in de Menswording van Christus, haar medewerking aan het bloedig offer van Calvarië, door het mededelen aller genaden, heeft Zij mijn ziel het ware leven geschonken, en is Zij ten volle mijn Moeder geworden, mijn Moeder voor altijd!

Ik ben slechts een kind, een heel klein kind, maar het Uwe, o Maria!

Toon dat gij mijn Moeder zijt…

3.

« Ik ben de Moeder der schone liefde, de vreze, de kennis en heilige hoop.» Eccli. 24. 24

« Ik geloof niet, dat iemand een innige vereniging met O. L. Heer en een volmaakte getrouwheid van de H. Geest kan verkrijgen, zonder een zeer nauwe vereniging met de Allerheiligste Maagd en een grote afhankelijkheid van haar hulp… Aan Maria alleen heeft God de sleutels gegeven van de wijnkelders der goddelijke liefde, met de macht om de verhevenste en geheimste wegen van de volmaaktheid te betreden en ze door anderen te doen betreden.» (de Montfort)

Moeder der goddelijke genade, bid voor mij!

4.

«In Mij is alle genade van de weg en de Waarheid, in Mij is alle hoop van het leven en van de deugd.» Eccli. 24. 25

De ware godsvrucht tot Maria is, om tot God te gaan, een gemakkelijke weg, wegens de volheid der genade en de zalving van de H. Geest die daar gevonden wordt; een korte weg, die ons in weinig tijd tot Jezus Christus voert; een volmaakte weg, waarop noch slijk, noch stof, noch de minste onreinheid van de zonde zich bevindt; een zekere weg die ons recht en zeker, zonder afwijken naar rechts of links, tot Jezus Christus en het eeuwig leven brengt.» (de Montfort)

O, schitterende Morgenster geleid mij tot Jezus!

5.

«Komt tot Mij, gij die vurig naar Mij verlangt en vervult u met de vruchten, die Ik draag.»

Eccli. 24. 26

Jezus Christus is thans zowel als immer Maria’s vrucht. Daarom is het zeker, dat Hij even waarachtig voor ieder mens in het bijzonder die Hem bezit, als voor allen in het algemeen, de vrucht is van Maria’s werking. Zodoende kan ieder gelovige in wiens hart Jezus Christus is gevormd, stoutmoedig uitroepen: Maria zij grotelijks dank; wat ik bezit is haar werk en haar vrucht. (de Montfort)

Gezegend is de vrucht van Uw lichaam, Jezus!

6.

«Hij, die naar Mij luistert, zal geenszins beschaamd worden, en die in Mij handelen, zullen niet zondigen.» Eccli. 24. 30

Kan een kind, dat aan Maria, zijn Moeder en wijze geleidster gehoorzaamt, op de wegen der eeuwigheid verdwalen? Vreest niet, dat een waar kind van Maria door de boze zal

bedrogen worden. Waar Maria is, daar is geen plaats voor de boze geest en zijn bedrog. De ziel die in Maria verblijft is in veiligheid tegen al haar vijanden: de duivel, de wereld en de zonde, die daar nooit toegang hebben gevonden. Zij die in de geest in de H. Maagd verblijven, zullen geen grote zonden bedrijven.» (de Montfort)

O Maria, neem mij op onder het getal van hen die Gij bemint, onderricht, voedt, geleidt en beschermt als Uw kinderen!

IV. DERDE WEEK.

Kennis van Jezus Christus.

De derde week zullen zij gebruiken om Jezus Christus te leren kennen. Met de H. Augustinus kunnen zij honderden malen daags herhalen “Noverim te! Heer, dat ik U kenne!” (de Montfort)

Gebeden: Dezelfde gebeden als vorige weken; daarbij voegen de Litanie van de Zoete Naam van Jezus, of de Litanie van het H. Hart

Aanbevolen lectuur :

De HH. Evangeliën: Mtt 26 en 27, en Joh 13 – Verhandeling over de Ware Godsvrucht, 1ste en 2de Waarheid — De Liefde van het Kruis (de Montfort) – Navolging van Christus, Boek II: 1, 7, 8, 11, 12; Boek III: 5; Boek IV: 1, 8, 13

1.

«Ziedaar het Lam Gods.» Joh 1, 29

Joannes de Doper zegt niet, zoals hij schijnbaar had kunnen zeggen: ziedaar de Allerhoogste, ziedaar de Koning der glorie, ziedaar de Almachtige. Daar hij, meer dan iemand anders, Hem kende, zegt hij: ziedaar het Lam Gods, ziedaar die eeuwige Wijsheid, die, om onze harten te veranderen en onze zonden te vergeven, alle zachtheid van God en van de mens, van Hemel en aarde in Zich heeft verenigd. » (de Montfort)

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm U onzer.

2.

«Maar gij, wie zegt gij, dat Ik ben? — Gij zijt Christus, de Zoon van de levende God. Zalig zijt gij, want niet vlees en bloed hebben u dit geopenbaard, maar mijn Vader, die in de Hemel is.» Matt 16, 15-17

«O diepte en onmetelijkheid, o onbegrijpelijkheid der Wijsheid Gods, slechts Gij, o grote God, kent wat Zij is en Gij vermoogt haar te openbaren aan wie Gij wilt.» (de Montfort)

Mijn Heer en mijn God ! Mijn Jezus dat ik U ken!

3.

« Leeft van mij, omdat ik zachtmoedig van harte ben, en gij zult rust vinden voor uw zielen.» Matt 11, 29

Daar de Wijsheid alleen mens is geworden om het hart van de mens te winnen voor haar vriendschap en haar navolging, heeft Zij er behagen in gevonden, Zich te bekleden met al wat zacht en liefelijk en aantrekkelijk is; Zij is geboren uit het zachtste, het tederste, het schoonste aller schepselen: de H. Maagd Maria. (de Montfort)

O Jezus, zachtmoedig en ootmoedig van Hart, maak ons hart gelijkvormig aan het Uwe!

4.

«Ik ben het Levend Brood, dat uit de Hemel is neergedaald; wie van dit Brood eet, zal leven in eeuwigheid.» Joh 6, 51

«Wat talloze weldaden schenkt Gij niet aan de ziel die U met vurigheid ontvangt, o mijn God, enige steun van mijn ziel, hersteller van de menselijke zwakheid, bron van alle inwendige vertroosting.» Navolging van Christus

Mijn Welbeminde is aan mij en ik ben aan Hem; ik leef niet meer, doch Christus leeft in mij.

5.

«Indien iemand na Mij komen wil, dat Hij zich verloochene en zijn kruis opneme iederen dag.» Luc 9, 23

«Ziehier het grootste geheim van de Konings, het grootste mysterie van het mens geworden Woord: het kruis. O, wat zijn de inzichten en wegen der Eeuwige Wijsheid verwijderd en verschillend van die der mensen, zelfs van de meest verlichte!

Ik heb kruisen van zulk een grote waarde, zegde Onze Heer aan een zijner dienaars, dat het alles is, wat mijn dierbare Moeder, hoe vermogend ook, kan verkrijgen voor haar trouwe dienaars.» (de Montfort)

Wees gegroet, o Kruis, onze enige hoop!

6.

“De Zoon des Mensen is niet gekomen om de zielen te doen verloren gaan, maar om ze te redden.” Lc 2, 56

«O, ik gevoel het, zelfs al had ik op mijn geweten al de zonden, die kunnen bedreven worden, dan zou ik niets van mijn vertrouwen verliezen; met een door berouw gebroken hart, zou ik me werpen in de armen van mijn Zaligmaker. Ik weet, dat Hij de verloren zoon bemint; ik heb Zijn woorden gehoord tot Maria Magdalena, tot de overspelige en tot de Samaritaanse vrouw gericht. Neen, niemand zou mij vrees kunnen aanjagen, want ik weet, wat ik van Zijn liefde en barmhartigheid te wachten heb. Ik weet, dat die menigte zonden, in één oogwenk, zouden verdwijnen als een druppel water, geworpen in een gloeiende oven.» Heilige Theresia van het Kind Jezus

Heilig Hart van Jezus, ik vertrouw op U!

Heilig Hart van Jezus, ik geloof in Uw liefde voor mij!

TOEWIJDING

van zichzelf aan Jezus Christus, de mens geworden wijsheid door Maria’s handen.

O, eeuwige en mens geworden wijsheid! O, zeer beminnelijke en aanbiddelijke Jezus, waarlijk God en waarlijk mens, eniggeboren Zoon van de Eeuwige Vader en van Maria altijd Maagd, ik aanbid U diep in de schoot en de heerlijkheid van Uw Vader gedurende de eeuwigheid, en in de maagdelijke schoot van Maria, Uw Allerwaardigste Moeder, in de tijd van Uw menswording.

Ik breng U dank, dat Gij U zelf vernietigd hebt door de gedaante van een slaaf aan te nemen, om mij uit de wrede slavernij van de duivels te verlossen.

Ik loof en verheerlijk U, omdat Gij U gewaardigd hebt U in alles te onderwerpen aan Maria, Uw heilige Moeder, ten einde mij door haar tot Uw getrouwe slaaf te maken.

Maar, helaas, ondankbare en ontrouwe die ik ben, ik heb de beloften niet gehouden, die ik U zo plechtig bij mijn heilig Doopsel gedaan heb. Ik heb mijn verplichtingen niet vervuld.

Ik verdien niet Uw kind, noch Uw slaaf genoemd te worden. En daar er niets in mij is, dat niet Uw afkeer en Uw toorn verdient, durf ik niet meer uit mijzelf tot Uw Allerheiligste en Allerdoorluchtigste Majesteit naderen. Daarom neem ik mijn toevlucht tot de tussenkomst van Uw Allerheiligste Moeder, die Gij mij als Middelares bij U gegeven hebt. Door haar bemiddeling hoop ik van U te verkrijgen het berouw en de vergiffenis van mijn zonden, het bezit en het behoud van de Wijsheid.

Wees dan gegroet, o onbevlekte Maagd Maria, levend tabernakel van de Godheid, waarin de verborgen eeuwige Wijsheid door engelen en mensen wil aanbeden worden.

Wees gegroet, o Koningin van hemel en aarde, aan wie alles onderworpen is wat onder God staat.

Wees gegroet, o veilige Toevlucht der zondaren, wier barmhartigheid niemand geweigerd wordt. Vervul mijn verlangens naar de goddelijke Wijsheid, en aanvaard daarom de beloften en de offerande, die mijn nietigheid U aanbiedt.

EIGENLIJKE AKTE

Ik… (N. N.), ontrouwe zondaar, hernieuw en bekrachtig heden in uw handen de beloften van mijn heilig Doopsel. Ik verzaak voor altijd aan Satan, aan zijn ijdelheden en zijn werken, en ik schenk mij geheel aan Jezus Christus, de mensgeworden Wijsheid, om achter Hem mijn kruis te dragen al de dagen van mijn leven. En opdat ik Hem getrouwer zij dan ik tot dusver geweest ben, kies ik U heden, o Maria, in tegenwoordigheid van heel het hemels hof tot mijn Moeder en Meesteres. Ik lever U over en wijd U toe, in de hoedanigheid van slaaf, mijn lichaam en mijn ziel, mijn inwendige en uitwendige goederen, en de waarde zelfs van mijn verleden, tegenwoordige en toekomstige goede werken. Ik laat U een geheel en volkomen recht, om over mij en al wat mij toebehoort, zonder voorbehoud te beschikken naar uw goedvinden, tot meerdere eer van God, in de tijd en in de eeuwigheid.

Aanvaard, o goedertierene Maagd, deze geringe offerande van mijn slavernij, ter ere van en in vereniging met de onderwerping, die de eeuwige Wijsheid aan uw moederschap heeft willen betonen; als hulde voor de macht, die Gij beiden over dit nietig aardwormpje en dezen ellendige zondaar bezit; als dankbetuiging voor de voorrechten, waarmede de allerheiligste Drie-eenheid U begunstigd heeft. Ik verklaar, dat ik voortaan, als uw waarachtige slaaf, in alles uw eer wil zoeken en U wil gehoorzamen.

O bewonderenswaardige Moeder, vertoon mij aan uw lieve Zoon in hoedanigheid van eeuwige slaaf, opdat Hij, na mij door U te hebben vrijgekocht, mij ook door U ontvangt.

O Moeder van barmhartigheid, verleen mij de gunst de ware Wijsheid Gods te verkrijgen, en mij daarom op te nemen onder het getal van hen, die Gij bemint, onderricht en leidt, die Gij voedt en beschermt als uw kinderen en slaven.

O getrouwe Maagd, maak van mij in alles een zo volmaakt leerling, navolger en slaaf der mensgeworden Wijsheid, Jezus Christus, uwen Zoon, dat ik door uw voorspraak en naar uw voorbeeld moge geraken tot de volheid van zijn leeftijd op aarde en van zijn glorie in den Hemel. Amen.

SCHIETGEBEDEN OM DE TOEWIJDING TE HERNIEUWEN

Ik behoor geheel aan Jezus door Maria.

Ik verzaak aan mezelf en geef mij aan U, o lieve Moeder.

Ik behoor U geheel toe en al wat ik heb draag ik U op, o mijn beminnelijke Jezus, door Maria Uw Allerheiligste Moeder.

Allerheiligste Hart van Jezus, ik schenk mij geheel aan U door Maria.

1 reactie »

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

%d bloggers liken dit: