Spring naar inhoud

Het huwelijk en haar onverbreekbaarheid

“Maar in het begin, bij de schepping, heeft God hen als man en vrouw gemaakt. Daarom zal de man zijn vader en moeder verlaten om zich te binden aan zijn vrouw en deze twee zullen een vlees worden. Zo zijn zij dus niet langer twee, een vlees als zij geworden zijn. Wat God derhalve heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.”

Marcus 10, 6-9

Vandaag willen we het eens hebben over de onverbreekbaarheid van het sacramenteel huwelijk. Het huwelijk is één van de 7 sacramenten door Jezus zelf ingesteld, en is dus heilig. Het is iets wat door God in de Hemel zelf wordt bekrachtigd.

Het huwelijk kan men vergelijken met wat uit het huwelijk voortvloeit: de verwekking van een kind. Man en vrouw verenigen zich en indien er bevruchting plaatsvindt dan versmelt een zaadcel van de man met de eicel van de vrouw. De twee worden één en zijn niet meer van elkaar te scheiden. Ze worden één vlees: een nieuwe mens.

Zo ook worden man en vrouw één vlees en zijn ze niet meer te scheiden. Vandaar dat Jezus zei: “Daarom zal de man zijn vader en moeder verlaten om zich te binden aan zijn vrouw en deze twee zullen één vlees worden. Zo zijn zij dus niet langer twee, één vlees als zij geworden zijn.  (Marc. 10,7-8)

Vandaar dat eens men voor de Kerk gehuwd is, en het huwelijk definitief voltrokken werd door de huwelijksdaad, men nooit meer kan scheiden. De H. Augustinus leert ons zelfs dat het huwelijk onverbreekbaar is, gewoon op basis van de wederzijdse toestemming (het ja-woord). De huwelijksband is onverbreekbaar, en dit tot de dood. Enkel indien het huwelijk ongeoorloofd is, zoals in geval van geslachtelijk onvermogen kan er een nietigverklaring verkregen worden en zou men opnieuw kunnen huwen. Dit zijn echter grote uitzonderingen.

In pakweg begin de vorige eeuw werd het huwelijk niet lichtzinnig opgenomen. Vaak hielpen familieleden, en dan vooral de ouders, bij het maken van een goede keuze. We lezen in het “Christelijk Huwelijk” uit 1929 het volgende:

Indien je nu denkt tot de huwelijke staat geroepen te zijn, dan komt het allerbelangrijkste vraagstuk: wie zal de uitverkorene zijn met wie ik mijn leven zal slijten en bij wie ik tot de diepste innigheid van hart en ziel zal mogen doordringen? Laat je keuze niet misleiden door lichamelijke schoonheid, laat je niet bekoren door mooie vormen of de lieftalligheid van glimlach. De aantrekking van de gelaatstrekken moet in principe bijzaak zijn. Uiterlijke schoonheid gaat voorbij en het huwelijk moet blijven. Na korte tijd verwelkt de bloem, de blos op de wangen sterft weg, maar de band die u verbindt is blijvend. Laat je tevens niet leiden door de aantrekking van het fortuin. Geldhuwelijken zijn meestal tot ongeluk gedoemd.

Echter, boven de lichaamsgaven moet je de zielengaven zoeken: deze overleven de uiterlijke schoonheid. Zorg ervoor dat de persoon die je kiest deugdzaam en godvrezend is. Wie God vreest, vreest de zonde en de ontrouw. “Bevalligheid is bedrieglijk en lichamelijke schoonheid is ijdelheid, maar een vrouw die de Heer vreest is lofwaardig.” [1]  Of nog: “een voortreffelijke gave is een heilige en eerbare huisvrouw, en niets kan opwegen tegen een kuise ziel.” [2] De deugd geeft aan de ziel een innerlijke schoonheid, die doorstraalt op het gelaat en er als het ware een glans van goddelijke schoonheid op legt.

Denk niet dat eens het huwelijk gesloten is, je hem of haar zult bekeren en tot godsdienstigheid zal brengen. De ondervinding leert dat meestal het tegenovergestelde waarheid wordt. De gelovige partij verliest langzamerhand de vurigheid en gaat over tot onverschilligheid. Er zijn helaas veel zo’n gevallen te betreuren.

Kies een vrouw of een man die verstandig is en begaafd, opdat je die geestesgaven zou mogen zien overgaan op je kinderen. Mannen, kies een geestelijk sterke vrouw, voor wie de H. Schrift de lof verkondigt: “Een sterke huisvrouw is de vreugde van haar man, en zij zal zijn levensjaren in vrede vervullen.” [3]

Let ook op de inborst. Ziet toe dat je toekomstige man of vrouw zachtaardig is en meegaand, met toewijding en offervaardigheid.

Mannen, zorg dat je vrouw ernstig is, werkzaam en bezorgd en geen modepop. Ze moet zijn zoals de geprezen vrouw van de H. Schrift die “de gang van haar huis nauwkeurig bekijkt en haar brood niet eet in ledigheid.” [4] “De beminnelijkheid van een wakkere vrouw verblijdt haar man en geeft merg aan zijn gebeente.” [5]

Vrouwen, doorpeil het verleden van de jonge man op wie je je ogen liet neervallen. In het verleden ligt het heden, in het nu wat worden zal. Was hij vroeger verslaafd aan spel en drank, groot is het gevaar dat deze drift nog aanwezig is. De ondervinding leert hoe moeilijk het is ze daaraan te laten verzaken. Behoedt je vooral voor diegenen die hun jonge jaren in wulpsheid sleten, wiens lichaam versleten en afgesloofd is. Niet enkel in haar eigen belang moet de jonge vrouw dergelijk huwelijk vermijden, maar ook in het belang van de te winnen kroost: wat anders dan ontaarde kinderen is er van zo’n ouder te verwachten? Vermijd mannen die hun jonge jaren in liefdesavonturen doorbrachten. Bij deze zogenaamde liefdesavonturen gaat alle mannelijke eerbied voor de eerlijke vrouw verloren. De jongeman verliest de zelfbeheersing, nodig om de deugdzame vrouwen waardig te blijven. Hij aanschouwt ze niet meer als een verstandige gezellin die hem door het leven zal helpen en hem zijn familiekring zal schenken. De vrouw is voor hem een speeltuig geworden, een ding dat hij benuttigd tot zijn wellust. Alle hogere liefde voor een vrouw is voor hem onverstaanbare taal.

Laat je niet misleiden door de houding van de jongeman of- vrouw tegenover jou, door hun liefdesbetuigingen en door hun beloften voor later. [6] Ze hebben er immers alle belang bij nu liefdesverklaringen te doen, in je tegenwoordigheid gaven tentoon te spreiden en na te bootsen die ze niet bezitten. [7] Een vastere steun en een betere toetssteen is hun gedrag in hun eigen familiekring, of ze daar tegenover ouders, broers en zusters voorkomend zijn, edelmoedig en offervaardig.

Natuurlijk is het huwelijk het meest gebaseerd op de liefdesband. Het hart speelt de meest belangrijke rol in de keuze van de partner. Het huwelijk is voornamelijk de vereniging van twee harten, twee zielen. Het is de liefde die de echtelijke band moet bezegelen. Een huwelijk zonder liefde is een hel op aarde. Daarom, trouw nooit met iemand indien je je in het hart niet tot hem of haar getrokken voelt. Het ook verkeerd dat ouders een huwelijk willen opdringen tussen twee mensen waar er geen liefde is. Ze troosten zich dan door te zeggen: de liefde zal wel komen met de jaren, eens dat ze getrouwd zijn. Maar het gebeurt eerder dat de liefdesvlam afneemt en uitdooft dan dat ze ontstoken en aangevuurd wordt.

Het huwelijk is zeker een liefdesband en het hart heeft de voornaamste keuze in deze rol. Echter, let wel, vooraleer het hart in beweging komt en zich laat opwellen, moet er eerst bezinning aan vooraf gaan. Eerst moet men nadenken en nazien, en de zielengaven toetsen die je bij je uitverkorene moet vinden. Het is gevaarlijk om eerst het hart te laten winnen want het onderzoek dat er op zal volgen wordt door de liefdesdrift beheerst en vervalst. Verliefdheid maakt blind, gebreken ziet ze niet.

Vader en moeder hebben door ondervinding geleerd hoe omzichtig het huwelijk dient voorbereid te worden, hoe gemakkelijk een jeugdig hart zich laat begoochelen. Ze vermoeden de trillingen van je ziel, de veranderingen van je gemoed en beter dan wie ook zijn ze in staat te oordelen welke man of vrouw je keuze waardig is. En ze zijn meer dan wie ook bekommerd om je geluk.

Ze hebben daarenboven het volle recht zich te verzetten tegen een huwelijk dat ze voor ongeschikt houden. Aan dit recht van de ouders beantwoordt de plicht van de kinderen, dat ze hun ouders moeten inlichten over hun huwelijksplannen en eerbiedig naar hen luisteren en doorgaans zich aan hun beslissing onderwerpen.

[1] Spreuken, 31,30

[2] Ecless. 26,19

[3] Eccl. 26,2

[4] Spreuken 12,24

[5] Spreuken 12,4

[6] Het spreekwoord zegt: Als de bruid is in de schuit, dan zijn de beloften uit

[7] Een ander spreekwoord zegt: Wie zijn huis wil verkopen, die schildert zijne gevel.

(Christelijk Huwelijk, Hoofdstuk 2, deel 2.2)

Het huwelijk is voor God iets heilig. God wil niet dat het verbroken wordt. Lezen we de H. Schrift:

“Gij zult geen echtbreuk plegen.” (Deut. 5,17)

“Hij vertrok nu vandaar en ging naar het gebied van Judea en het Overjordaanse. Ook daar kwamen de mensen van alle kanten naar Hem toe en als naar gewoonte onderrichtte Hij hen. Er kwamen ook Farizeeën die Hem vroegen: “Staat het een man vrij zijn vrouw te verstoten?” Daarmee wilden zij Hem op de proef stellen. Hij antwoordde hun met een wedervraag: “Wat heeft Mozes u voorgeschreven?” Zij zeiden: “Mozes heeft toegestaan een scheidingsbrief op te stellen en haar weg te zenden.” Doch Jezus antwoordde hun: “Om de hardheid van uw hart heeft hij die bepaling voor u neergeschreven. Maar in het begin, bij de schepping, heeft God hen als man en vrouw gemaakt. Daarom zal de man zijn vader en moeder verlaten om zich te binden aan zijn vrouw en deze twee zullen een vlees worden. Zo zijn zij dus niet langer twee, een vlees als zij geworden zijn. Wat God derhalve heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.” Thuis ondervroegen de leerlingen Hem nogmaals daarover. Hij sprak tot hen: “Wie zijn vrouw wegzendt en een ander huwt, maakt zich tegenover haar schuldig aan echtbreuk. En wanneer zij haar man wegzendt en een ander huwt, begaat zij echtbreuk.”” (Marc. 10, 1-12)

“Er kwamen Farizeeën naar Hem toe om Hem op de proef te stellen met de vraag: “Staat het een man vrij zijn vrouw te verstoten om welke reden dan ook?” Hij gaf hun ten antwoord: “Hebt gij niet gelezen, dat de Schepper in het begin hen als man en vrouw gemaakt heeft 5en gezegd heeft: Daarom zal de man zijn vader en moeder verlaten om zich te binden aan zijn vrouw en deze twee zullen worden een vlees? Zo zijn zij dus niet langer twee, een vlees als zij geworden zijn. Wat God derhalve heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.” Zij zeiden Hem: “Waarom heeft Mozes dan voorgeschreven bij het wegzenden van een vrouw een scheidingsbrief te geven?” Hij antwoordde: “Om de hardheid van uw hart heeft Mozes u toegestaan uw vrouwen weg te zenden; aanvankelijk was dit echter niet zo. Ik zeg u dus: wie zijn vrouw wegzendt en dit niet wegens ontucht en een ander huwt, begaat echtbreuk; (en wie een weggezonden vrouw huwt, begaat echtbreuk).”” (Matt. 19,3-9)

Vandaar dat de Kerk steeds duidelijk is geweest: in zware gevallen, als het samenwonen onleefbaar is geworden, mag men van tafel en bed scheiden, maar geen van beide partijen mag een nieuw huwelijk aangaan. De huwelijksband blijft bestaan, en de mogelijkheid bestaat dat men zich opnieuw verzoent en weer samenkomt. Ook indien één van beiden vreemdgaat en de scheiding aanvraagt, mag de in de steek gelaten partij geen ander huwelijk aangaan, want dat zou betekenen dat deze ook in zonde valt. Indien de vreemdgegane partij tot inkeer komt, zijn overspelige relatie beëindigt en zich wil verzoenen met zijn verlaten echtgenoot of echtgenote, dan moet hij/zij het de ander van harte vergeven en moeten ze zich met elkaar verzoenen, want de Heer heeft ons geleerd: “Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven aan onze schuldenaren.”

In het Christelijk Huwelijk lezen we:

Het is voor de man niet enkel verboden om tegelijk twee of meer vrouwen te hebben; de éne vrouw die hij heeft moet hij haar leven lang behouden. Eens het huwelijk tussen de gedoopten geslachtelijk voltrokken is, is de echtelijke band volstrekt onverbreekbaar, tenzij door de dood. Zoals de vereniging van Christus met de Kerk, Zijn bruid, onontbindbaar blijft tot in de eeuwigheid, zo ook is het huwelijk onontbindbaar. Dezelfde onschendbare stevigheid van de echtelijke band heeft God willen doen uitschijnen bij de instelling van het huwelijk in het aards Paradijs, toen hij Eva’s lichaam vormde uit Adam, zodat de eerste man met recht mocht uitroepen: “Dat is nu gebeente van mijn gebeente en vlees van mijn vlees” waaruit volgt dat “de man zijn vader en moeder zal verlaten en zijn vrouw aankleven, en zij zullen één vlees zijn.[1]

In het Oude Verbond stond God toe dat de stevigheid van deze band verminderd werd. De Joden mochten volgens de Wet van Mozes in veel gevallen, ook na de geslachtelijke voltrekking, hun vrouw verstoten en een ander in de plaats nemen [2]. Maar Christus heeft de oorspronkelijke heiligheid en onschendbaarheid van het huwelijk terug in eer gebracht en er opnieuw Zijn Goddelijke stempel op gezet, met het verbod dat ooit nog door mensenhanden te laten schenden: “Wat God heeft verbonden zal de mens niet scheiden.” [3] Slechts door de dood van één van de echtelingen kan de huwelijksband ontbinden. Tot de dood toe zijn man en vrouw met elkaar verbonden.

[1] Gen. 2,23-24

[2] Deut. 24,1-4

[3] Matt. 19,6

(Christelijk Huwelijk, Hoofdstuk 1, deel 3.1)

En in de Catechismus van het Concilie van Trente lezen we:

20. De band van het huwelijk kan niet door echtscheiding verbroken worden.

Door hetzelfde getuigenis van onze Heer Christus kunnen we gemakkelijk bewijzen dat de band van het huwelijk niet door een echtscheiding kan verbroken worden. Moest de vrouw vrij zijn als ze van haar man een scheidbrief had ontvangen, dan zou ze een andere man kunnen huwen zonder zich aan echtbreuk plichtig te maken. Welnu, de Heer verklaart duidelijk: “Wie zijn vrouw verstoot en een ander huwt, begaat echtbreuk.” Bijgevolg is het klaar dat de band van het huwelijk alleen door de dood verbroken wordt. Dat bevestigt ook de Apostel als hij zegt: “Een vrouw is gebonden zolang haar man leeft; maar is de man ontslapen, dan is ze vrij om te trouwen met wie zij wil; in de Heer nochtans” (1. Kor. 7,39), en elders: “Aan de getrouwden gebied ik, niet ik, maar de Heer, dat de vrouw van de man niet scheide; en indien zij gescheiden is, dat zij ongetrouwd blijve of zich met haar man verzoene” (1. Kor. 7,10). Aan de vrouw, die om een ernstige reden haar man verlaten heeft, laat de Apostel dus deze keuze: ofwel ongetrouwd blijven, ofwel zich met haar man verzoenen. En de heilige Kerk laat aan de man en de vrouw niet toe, zonder ernstige reden van elkander te scheiden.

21. Waarom kan het huwelijk niet ontbonden worden?

Misschien zou men kunnen denken dat de wet van het huwelijk al te streng is, omdat het nooit om geen enkele reden kan ontbonden worden; daarom is het goed te wijzen op de voordelen van die onverbreekbaarheid. Vooreerst zullen de mensen daardoor begrijpen dat ze, om het huwelijk aan te gaan, meer belang moeten hechten aan deugd en overeenkomst van zeden, dan aan rijkdom en schoonheid; zonder twijfel strekt dit grotelijks tot nut van de samenleving. Daarbij, als het huwelijk kon ontbonden worden door echtscheiding, dan zouden de mensen al te gemakkelijk redenen van onenigheid vinden, vermits de oude Vijand van vrede en zuiverheid hun die dagelijks bezorgt. Nu echter bedenken de gelovigen dat ze door het huwelijk gebonden blijven, ook als ze niet samen leven of wonen, en dat hun alle hoop ontnomen is een andere vrouw te huwen; daaruit volgt dat ze minder gemakkelijk aan gramschap en onenigheid zullen toegeven. Gebeurt het soms toch dat ze scheiden, en later de scheiden niet meer kunnen verdragen, dan kunnen ze door hun vrienden de verzoening laten bewerken en het gemeenschappelijk leven hernemen.

22. Echtgenoten die gescheiden zijn, kunnen terug bijeenkomen.

De pastoors mogen niet nalaten de heilzame vermaning van de heilige Augustinus aan de gelovigen voor te houden. om te tonen dat de mannen er niet mogen tegen opzien, zich te verzoenen met hun vrouw, die zij om reden van overspel verlaten hadden, zegt hij: “Waarom zou de gelovige man zijn vrouw niet terug aannemen als de Kerk ze aanneemt? Of waarom zou de vrouw aan haar ontrouwe maar berouwhebbende man niet vergeven, als Christus hem vergiffenis geschonken heeft? (S. Aug. de adulterinis conjugiis, c. 6 en 9) Als de heilige Schriftuur diegene, die een overspelige vrouw houdt, een dwaas noemt, dan bedoelt ze een vrouw die geen berouw toont nadat ze gevallen is, en de schande niet wil verlaten waarmee ze zich beladen heeft. Uit dit alles is het klaar dat het huwelijk van de gelovigen dat van de heidenen en van de joden in volmaaktheid en verhevenheid ver overtreft.

(Catechismus van het Concilie van Trente (Romeinse Catechismus), Deel II – de Sacramenten, Hoofdstuk VIII – Het Huwelijk)

De Catechismus van de Katholieke Kerk verklaart nader:

Echtscheiding betekent een zware schending van de natuurwet. Men matigt zich het recht aan het contract te verbreken dat door de echtgenoten vrij aangegaan werd, om samen het leven te delen tot aan de dood. Echtscheiding is een inbreuk op het heilsverbond, waarvan het sacramentele huwelijk het teken is. Een feitelijk nieuwe verbintenis, zelfs al zou die door de burgerlijke wet erkend zijn, maakt de breuk nog ernstiger: de hertrouwde persoon bevindt zich dan in een situatie van publiek en blijvend overspel. (CKK nr. 2384)

Ook de H. Augustinus verklaarde:

Wie zijn overspelige vrouw wegstuurt en een andere vrouw trouwt, terwijl zijn eerste vrouw nog in leven is, blijft continu in de toestand van overspel. Zo iemand doet geen enkele effectieve boete zolang hij weigert zijn nieuwe vrouw te verlaten. Als hij een geloofsleerling is, kan hij niet tot het doopsel worden toegelaten omdat hij in het kwaad blijft vastzitten. Als hij een (gedoopte) boeteling is, kan hij de kerkelijke verzoening niet ontvangen zolang hij niet breekt met zijn slechte houding” (S. Aug. De adulterinis coniugiis, 2, 16).

Vandaar dat mensen die dus gescheiden zijn en hertrouwen met een nieuwe partner, onder bovenvernoemde categorie vallen en uitgesloten worden van het ontvangen van de Sacramenten. Pas als men breekt met de door God verboden levensstaat, de ‘nieuwe relatie’, kan men waarachtig boete doen en terug toenadering zoeken tot de HH. Sacramenten. Ieder die zou stellen dat iemand die in zo’n situatie leeft en zomaar de H. Communie kan ontvangen, is aan het dwalen en brengt zielen in gevaar. Een gewetensonderzoek op basis van de decaloog is noodzakelijk. Men mag de Communie enkel ontvangen in staat van genade (dus niet in staat van zware zonde).

Wie echter in zo’n nieuwe vereniging is en inziet dat deze verkeerd is, berouw heeft, maar niet direct een uitweg ziet om apart te gaan wonen (vb. om financiële redenen, of voor de opvoeding van de kinderen van de partner uit diens eerste huwelijk), kan volgens de Encycliek Familiaris Consortio van paus Johannes Paulus II als broer of zus leven met de ander, dus zich onthouden van elk seksueel contact, en dan kan de deur geopend worden tot de Biecht en Communie. Het is echter beter dat beiden terug scheiden en apart gaan leven, indien dat mogelijk is, om geen ergernis te geven.

Niettemin bevestigt de Kerk haar praktijk, gebaseerd op de heilige Schrift, de hertrouwde gescheidenen niet tot de communie toe te laten. Zij verhinderen immers zelf dat zij toegelaten worden, aangezien hun levensstaat en situatie objectief in tegenspraak zijn met de liefdesgemeenschap tussen Christus en de Kerk, die in de Eucharistie haar teken en verwerkelijking vindt. Er is bovendien nog een andere, speciaal pastorale reden: als men deze mensen tot de communie toelaat, zullen de gelovigen in dwaling en verwarring gebracht worden omtrent de leer van de Kerk over de onontbindbaarheid van het huwelijk. De verzoening in het sacrament van de Boete, die de weg opent naar het sacrament van de Eucharistie, kan verder alleen verleend worden aan degenen die er berouw over hebben dat zij het teken van het verbond en de trouw van Christus geschonden hebben en die oprecht bereid zijn een vorm van leven te leiden die niet meer in tegenspraak is met de onontbindbaarheid van het huwelijk. Dit brengt concreet mee dat de man en de vrouw “de verplichting op zich nemen in volledige onthouding te leven, d.w.z. zich van de eigenlijke huwelijksdaad te onthouden”, wanneer zij om serieuze redenen – zoals bijvoorbeeld de opvoeding van kinderen – niet kunnen voldoen aan de verplichting uit elkaar te gaan. (Familiaris Consortio nr. 84)

Het huwelijk is iets moois en iets heiligs. De echtgenoten beloofden aan het altaar elkaar trouw te blijven in goede en kwade dagen. Laten de echtparen deze belofte van trouw dan ook naleven en de lasten van het huwelijk geduldig dragen, opdat het zou strekken tot hun heiliging. Het huwelijk is er om elkaar in de hemel te helpen. En de sleutels die daarbij zullen helpen zijn gebed, geloof en liefde. Liefde is geduldig, ze verdraagt alles, ze vergeeft, ze is nederig en zachtmoedig. Het ideale voorbeeld voor de christelijke familie en het huwelijk is wel de Heilige Familie. God heeft de familie gewild, met vader, moeder en kinderen, om daarmee de samenleving op te bouwen. Hij schiep Adam en Eva, man en vrouw, om daaruit alle mensenkinderen te laten voortkomen. En Hij kwam ter wereld in een familie, om daarin op te groeien en daardoor de familie en het huwelijk te heiligen en er een sacrament van te maken.

Download dit artikel als pdf

1 reactie »

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

%d bloggers liken dit: