Over de nederigheid van Maria
Een vertelling over twee aanlokkelijke vrouwen, de ene is de trotse en de andere de nederige. Onze voorliefde voor een van die vrouwen bezegelt ons lot.
De Moeder Gods sprak tot de bruid van haar zoon. Er zijn twee vrouwen. De ene heeft geen speciale naam want ze verdient er geen, de andere heet Nederigheid en zij is de Allerheiligste Maagd Maria. De duivel is meester over de eerste vrouw want zij laat zich overheersen.
Tegen die vrouw sprak een van haar ridders: ‘Vrouwe, ik ben bereid alles voor je te doen wat in mijn vermogen ligt indien ik slechts eenmaal de liefde met je mag bedrijven. Ik ben immers machtig, sterk en moedig van hart, ik ben voor niets bang en ben klaar om voor je te sterven.’ Zij gaf ten antwoord: ‘Mijn dienaar, je liefde is groot. Ik zit echter op een hoge troon en daar zit ik alleen op. Tussen ons staan drie poorten. De eerste is zo smal dat wat een man ook op zijn lichaam draagt het eraf wordt getrokken en gescheurd wanneer hij via die poort naar binnen komt. De tweede is zo scherp dat het de pezen doorsnijdt. De derde poort brandt met zo’n vuur dat niet aan zijn hitte te ontkomen valt. Eenieder die daar door naar binnenkomt zal even snel smelten als koper. Daarbij komt dat ik zo hoog zit dat ieder die samen met mij wil zitten – want ik zit alleen op deze troon – naar beneden valt in de grote diepten van de chaos onder mij.’ De ridder gaf ten antwoord: ‘Ik geef mijn leven voor u, want een val in de afgrond betekent niets voor mij.’
Deze dame vertegenwoordigt de hoogmoed. Iemand die bij haar wil komen moet als het ware door één van die drie poorten binnenkomen. Door de eerste poort komt iemand die voor het verkrijgen van menselijke eer, die zijn hoogmoed streelt, alles geeft wat hij bezit. Als hij niets bezit geeft hij zich ten volle en grijpt elke kans om te worden bejubeld. Door de tweede komt iemand die al zijn doen en laten, tijd, gedachten en kracht voor zijn hoogmoed opoffert. Zelfs als hij zijn lichaam verwondt omwille van eer en rijkdom, heeft hij dat er graag voor over. Door de derde poort passeert iemand die nooit rustig en stil is, maar als een brandend vuur bedenkt hoe hij wereldse eer of een hoogmoedige staat kan bereiken. Maar als zijn wens is vervuld kan hij niet lang in diezelfde staat blijven, want zijn val zal rampzalig zijn. Desalniettemin heerst in deze wereld nog altijd hoogmoed.
‘Ik ben’, zei Maria, ‘diegene die het nederigste is. Ik zit op een hoge troon. Boven mij is geen zon, maan of sterren, noch wolken, maar een prachtige en onvoorstelbare stralende helderheid die uit de prachtige schoonheid van de goddelijke majesteit voortkomt. Onder mij is geen aarde noch steen, maar heerst een onvergelijkbare rust in Gods goedheid. Rond mij zijn geen afscheidingen of muren, maar bevinden zich de glorierijke engelenschaar en de heilige zielen.’
‘Alhoewel ik op zo’n verheven troon zit luister ik nog steeds naar mijn vrienden die op aarde wonen en dagelijks tranen voor mij plengen. Ik zie hun strijd en werken die beter zijn dan van degenen die voor vrouwe hoogmoed vechten. Ik zal ze dan ook trouw bezoeken en bij mijn troon verzamelen, want die is groot is en biedt voor iedereen plaats.’
‘Nu kunnen ze nog niet bij mij komen zitten, want er staan twee muren tussen ons. De eerste muur is de wereld en die is gering, zodat mijn wereldse dienaren door mij kunnen worden getroost. De tweede is de dood. Door die muur heen, de dood voorstellende, zal ik, hun meest geliefde Vrouwe en Moeder, toesnellen zodat ze zelfs in hun sterven zullen worden opgemonterd en getroost. Ik zal ze op de troon van hemelse vreugde laten zitten en zo zullen ze voor eeuwig in de armen van de oneindige vreugde en eeuwigdurende liefde en heerlijkheid mogen rusten.’
Uit: Birgitta van Zweden, Hemelse Openbaringen, Uitgeverij Jeanne D’Arc 2018
Dit is de werkelijkheid. Deze les kan alleen begrepen en gewaardeerd worden door de zielen die nederig zijn en die de Allerheiligste Maagd Maria toebehoren. De hoogmoedigen zien hierin helemaal niets. Loven en danken wij de Moeder der Goddelijke Wijsheid om Haar leiding en bescherming. Dank komt u ook toe, Michael.
LikeLike