Spring naar inhoud

Verwerp de dwalingen van Teilhard de Chardin

Na de Scopes rechtszaak in 1925 in de VS, werd Darwins evolutietheorie door de wetenschappelijke wereld meer en meer als een dogma gepresenteerd, en de Jezuïet Pater Pierre Teilhard de Chardin S.J. legde zich toe op het verzoenen van de Darwinistische evolutie en de Katholieke theologie. Het zou zijn levensmissie worden. 

Zijn leven: een overzicht

Pierre Teilhard de Chardin werd geboren in het zuid-Frankrijk op 1 mei 1881. Hij kreeg onderwijs aan het Jezuïetencollege van Mongre en hij trad in bij de Jezuïeten in 1899. Hij studeerde filosofie en ging naar het seminarie van 1901-1905. Vervolgens ging hij drie jaar naar Caïro, Egypte, waar hij in een Jezuïtische school onderwezen werd in de fysica en de chemie. Daar werd zijn interesse in paleontologie gewekt. In 1908 ging hij naar Engeland waar hij theologie studeerde, en hij werd priester gewijd in 1911. Vervolgens ging hij naar Parijs waar hij paleontologie studeerde, en in 1922 doctoreerde. Een korte periode doceerde hij aan het Katholiek Instituut in Parijs, maar zijn onorthodoxe standpunten, zeker zijn afwijzing van de Erfzonde, leidde tot zijn verbanning. Hij werd in 1923 verbannen naar China. In 1926 verbood zijn overste hem om les te geven. In 1933 beval Rome om zijn zetel in Parijs op te geven. In 1933 verbande de Heilige Stoel zijn werk “L’énergie Humaine”. In 1941 diende de Chardin zijn werk “Le Phénomène Humain” in bij Rome, de publicatie ervan werd verboden. In 1947 verbood Rome hem ook om les te geven over filosofische onderwerpen. In 1948 werd hij in Rome op het matje geroepen, omdat hij bleef aandringen om toestemming te krijgen voor de publicatie van “Le Phénomène Humain”, maar de H. Stoel verbood het hem opnieuw en verbood hem nu ook om les te geven aan het College de France. In 1949 werd zijn verzoek om “Le Groupe Zoologique” te publiceren ook geweigerd. In 1955 verboden zijn oversten de Chardin om het Internationaal Congres over Paleontologie bij te wonen. Datzelfde jaar stierf hij in New York op Pasen.

De kerkelijke Leer versus de dwalingen van Teilhard de Chardin

Als een religieuze evolutionist, beweerde Teilhard foutief dat alles evolueert en “wordt” en dat God evolueert. Patrick Redmond van het Broederschap van Katholieke Professoren is de auteur van het boek “Van Adam en Eva tot heden” (Ave Maria Press, 2012). Daarin merkt hij op dat het DNA wetenschappelijk kan getraceerd worden tot onze eerste ouders, een man en een vrouw, welke de Kerkelijke Leer bevestigd dat mensen geschapen werden door God, beginnend met Adam en Eva, en ze evolueerden niet uit lagere dieren.

Teilhard werd oorspronkelijk gecensureerd en verbannen door zijn Jezuïetenoversten in 1923 omwille van het in vraag stellen van de leer over de erfzonde en de eeuwige verdoemenis. In 1947, toen hij terugkeerde van zijn ballingschap in China, werd hij opnieuw gecensureerd door de H. Stoel. Paus Pius XII noemde zijn werk “een beerput van dwalingen.” Echter, Teilhard begon zijn ideeën verder te verspreiden onder zijn Jezuïetische collega’s aan het Franse theologaat La Fourvière in Lyon, door middel van ongetekende monografieën. Tegen het eind van de jaren 1950 werden zijn theorieën door de meeste, zo niet alle Jezuïeten geprezen, inclusief Karl Rahner, Hans Urs von Balthasar, Kardinaal Carlo Maria Martini, en in het bijzonder Henri de Lubac, die schreef: “We moeten ons niet bezorgd maken om een aantal lasteraars van Telharid, in wie emotie intelligentie heeft afgestompt.”

In een artikel gepubliceerd in “the Journal of the Canadian Chapter of the Fellowship of Catholic Scholars”, in de editie van de zomer en herfst van 2010, schrijft Redmond:

“De Kerk heeft een lange traditie van het bevestigen dat God alles uit niets schiep, en we merken hier het zesde Lateraans Concilie (1215), het eerste Vaticaans Concilie (1859) en de encycliek Humani Generis van Paus Pius XII. Dit laatste document, vrijgegeven in 1950, stelt: “Discussie over de mogelijkheid van evolutie van de mens van reeds bestaande materie is toegelaten. Echter, deze discussie moest beperkt worden tot enkel die experten in de menselijke wetenschappen en de heilige theologie, en diezelfde experten werden specifiek verboden om het als een vastgesteld feit te onderwijzen dat het menselijk lichaam evolueerde van een lager dier.”

Redmond vervolgt: “Sommige katholieken wijken af van dit standpunt. Teilhard de Chardin was een opvallende dissident, een zeer invloedrijke theoloog en ketter van de 20ste eeuw. Teilhard, terwijl hij nog een Jezuïtische student was, werd lid van de exclusieve Count Begouencirkel in Toulose, waar het doel was: het propageren van Darwins theorie in Frankrijk, en het introduceren in de Katholieke seminaries van Europa. Hij werd één van de meest actieve propagandisten voor de evolutionisten.”

Hij was o.a. betrokken bij de ontdekking van de zogenaamde “Piltdown Man” in Engeland. Pas na 40 jaar, in 1953, ontdekte men dat het een vervalsing was. Omdat Teilhard, die tevens één van de verdachten was, wellicht wist wie de vervalser was, hield hij de lippen stijf op elkaar.

Toen het Tweede Vaticaans Concilie in 1962 opende, had de Sociëteit van Jezus de Neo-scholastische theologie van Francisco Suarez in de steek gelaten, ten gunste van de Teilhardiaanse evolutionaire “kosmogenesis.” De reden voor Teilhards populariteit was zijn schijnbare oplossing voor de verschillen tussen religieuze waarheden zoals voorgesteld door de Katholieke Kerk, en wetenschappelijke “feiten” zoals voorgesteld door de Darwinistische evolutie. Het probleem was dat zijn oplossing noch wetenschappelijk, noch Katholiek was, een feit dat hij in een privaat gesprek toegaf aan zijn nicht Léontine Zanta in 1936:

Wat in toenemende mate in mijn interesses de bovenhand heeft, is de poging om binnen mijzelf en rond mijzelf een nieuwe religie te definiëren en op te zetten, waar de persoonlijke God niet langer de grote monolitische eigenaar van het verleden is, om de Ziel van de Wereld te worden, waartoe het stadium die we religieus en cultureel bereikt hebben, ons toe oproept.”

Deze voorgestelde synthese is niet “een nieuw en beter Christendom”, maar eerder een ontkenning van het Katholiek Geloof, zoals weergegeven in de dogmatische constitutie van Vaticanum I, Dei Filius (24 april 1870):

Deus … est re et essentia a mundo distinctus, in se et ex se beatissimus, et super omnia quae praeter ipsum sunt et concipi possunt, ineffabiliter excelsus. “God… moet verklaard worden als echt en essentieel te onderscheiden van de wereld, van opperste Zaligheid in en uit Zichzelf, en onuitsprekelijk verheven boven alle dingen die bestaan, of die denkbaar zijn, behalve Hemzelf.”

Teilhards “God, de ziel van de wereld”, is identiek met de natuur en tengevolge daarvan onderworpen aan verandering, zoals Teilhard het uitlegt in zijn boek ‘L’énergie humaine:

Als een direct gevolg van het éénmakend proces waardoor God aan ons wordt geopenbaard, transformeert hij zichzelf op één of andere manier terwijl hij zich inbedt in ons. Ik zie in de Wereld een mysterieus product van vervolmaking en vervulling voor het Absolute Wezen zelf.

En, opnieuw:

God evolueert via “complexificatie” en “convergentie” naar zijn eigen perfectie, ondergedompeld in materie… Men is onscheidbaar van de ander, men is nooit zonder de ander… Geen geest (zelfs niet God binnen de limieten van onze ervaring) bestaat, en zou niet structureel kunnen bestaan zonder een geassocieerd veelvoud, zoals een centrum niet kan bestaan zonder z’n cirkel of omtrek… In een concrete zin is er geen materie en geest, alles wat bestaat is materie die geest (God) wordt.

Men dient op te merken dat in Teilhards geschriften er amper gewag wordt gemaakt van puur geestelijke wezens of entiteiten binnen de bestaande kosmos. Er is virtueel geen enkele vermelding van engelen, demonen, geen Satan, geen St. Michaël, geen bewaarengelen, en er is amper vermelding van een bijzonder oordeel of het bestaan van de Hel. Teilhards God is niet meer of minder de “god” van het Pantheïsme zoals beschreven en verworpen door de H. Paus Pius IX in Maxima Quidem, op 9 juni 1862:

Er bestaat geen Opperwezen, perfect in Zijn wijsheid, Zijn voorzienigheid en Zijn onderscheiding, alle dingen zijn God en hebben het wezen van God. God is dus hetzelfde als de wereld en daaruit volgt dat geest geïdentificeerd wordt met materie, noodzaak met vrijheid, waarheid met leugen, goed met kwaad en rechtvaardigheid met onrechtvaardigheid.

Teilhard, door zijn ontkenning van de erfzonde en de daaruit volgende nood voor verlossing, trachtte Christus in zijn pantheïsme te injecteren door hem de “Kosmische Christus” te noemen of “de Alfa” en de “Omega” van openbaring. Christus is een uitstraling van God, van in het begin in materie ingebed, evoluerend, geboren in deze wereld, stierf, verrees uit de doden en steeg op – niet naar de hemel, maar naar de “noösfeer”, een spirituel niveau die rond de aarde draait, waar alle geesten die in materie vervat zitten uiteindelijk zullen convergeren aan het “Omegapunt” waar Christus ons opwacht, en ons met “onvoorwaardelijke liefde” begeleidt. Aan het “Omegapunt” zullen wij, en de hele kosmos, tot het kleinste atoom “vergoddelijkt worden” en God zal “alles in allen zijn.” Hij citeerde selectief uit 1 Korintiërs 15:28. Of dit “alles in allen” totaal spiritueel zal zijn, zoals in Boeddhisme of andere oosterse religies waar het gelijkenissen mee vertoont, of als het zal zijn, zoals anderen bevestigen, dat mensen die in de eindtijd in leven zijn “transmenselijk” zullen worden, gevuld met transformatieve kennis van de noösfeer (waarbij sommigen het internet vernoemen), is onduidelijk in Teilhards geschriften. De leer van Teilhard de Chardin komt eigenlijk neer op één ding: New age.

Voor Teilhard is het probleem van kwaad niet het gevolg van de kwaadaardigheid van engelen of mensen, maar een onvermijdelijk neveneffect van het evolutionair proces: “In ons modern perspectief van een universum in een proces van kosmogenese, bestaat het probleem van kwaad niet langer.” Er is geen ruimte voor fouten of zonde, omdat alles onvermijdelijk evolueert richting het “Omegapunt”. Voor Teilhard vormt het Mystiek Lichaam van Christus een “kosmisch centrum voor de mensheid en het hele materiële universum.” Dit is echter een verkeerde interpretatie van een passage van St. Paulus in 1 Kor. 12:27, waar hij spreekt over het Mystiek Lichaam van Christus als de gedoopte Christelijke gemeenschap.

Lezen we 2 Thess. 1,6-8:

Want zijn rechtvaardigheid eist dat Hij hen die u verdrukken verdrukking uitbetaalt, en u die verdrukt wordt rust en verkwikking, samen met ons, wanneer de Heer Jezus zal verschijnen en met zijn machtige engelen in laaiend vuur van de hemel zal neerdalen. Dan zal Hij straffen hen die God weigeren te erkennen en hen die geen gehoor willen geven aan het evangelie van onze Heer Jezus. Een eeuwig verderf zal hun straf zijn, ver van het aanschijn des Heren en de glans van zijn majesteit, wanneer Hij komt op de grote dag om verheerlijkt te worden onder zijn heiligen en gevierd onder al de gelovigen (want bij u heeft ons getuigenis inderdaad geloof gevonden).

De woorden van Teilhard spreken ook de woorden van onze Heer zelf tegen:

Ik bid voor hen. Niet voor de wereld bid Ik, maar voor hen die Gij Mij gegeven hebt, omdat zij U toebehoren. Al het mijne is van U en het uwe is van Mij. Zo ben Ik in hen verheerlijkt. Ik blijf niet langer in de wereld, zij echter blijven in de wereld, terwijl Ik naar U toe kom. Heilige Vader, bewaar in uw Naam hen die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij één mogen zijn zoals Wij. Toen Ik bij hen was, bewaarde Ik in uw Naam hen die Gij Mij hebt gegeven. Ik heb over hen gewaakt en niemand van hen is verloren gegaan, behalve de man des verderfs, want de Schrift moest vervuld worden. Maar nu kom Ik naar U toe en nog in de wereld zeg Ik dit, opdat zij mijn vreugde ten volle in zich zouden bezitten. Ik heb hen uw woord meegedeeld, maar de wereld heeft hen gehaat, omdat zij niet van de wereld zijn, zoals Ik niet van de wereld ben. Ik bid niet, dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart voor het kwaad. Zij zijn niet van de wereld, zoals Ik niet van de wereld ben. (Joh. 17, 9-16)

Voor Teilhard zijn alle religies een poging om deze ultieme transformatie te realiseren, geleid door de Kosmische Christus, die bezielt, liefheeft en ons allen opwacht aan het “Omegapunt.” Hij ontkent de rol van de Kerk niet:

“De Katholieke Kerk moet echter niet gewoonweg ernaar streven om z’n primaatschap en autoriteit te bevestigen, maar om gewoonweg aanwezig te zijn in de wereld met de Universele Christus, Christus in menselijke-kosmische dimensie, als animator van evolutie.”

Daarom zei hij ook:

“We moeten werken naar een oecumene die niet enkel open staat voor het Christendom, maar ook voor andere religies, omdat alle religies door innerlijke noodzaak convergeren in de Kosmische Christus en bestemd zijn om hun vervollediging te vinden in de éne Kerk van Christus.”

Hiermee lijkt hij te doelen op een éne-wereldkerk of een éne-wereldreligie. Omdat hij de eeuwige bovennatuurlijke orde afwees, is er geen ruimte voor “heiligmakende genade” die vrijelijk geschonken wordt door God, in het bijzonder door de sacramenten. Al wat bestaat is de voorwaartse beweging van de kosmos richting de eenheid in de Kosmische Christus. Wat de Eucharistie betreft, is er bij Teilhard geen vermelding van Christus’ dood aan het Kruis voor de verlossing van de zielen, noch van de Transsubstantiatie van de Eucharistische gedaanten in het Lichaam en Bloed, Ziel en Godheid van Jezus Christus. Het is volgens hem eerder een offeren van alle beproevingen en werken van de mensheid om een toekomstige vergoddelijkte aardse realiteit op te bouwen.

Wat zeggen de Pausen?

Paus Pius IX: het provinciaal Concilie van Keulen en het Eerste Vaticaans Concilie:

Het jaar na de publicatie van Darwins boek over evolutie, vaardigde het Provinciaal Concilie van Keulen de volgende canon, die goedgekeurd werd door Paus Pius IX:

“Onze eerste ouders werden onmiddellijk geschapen door God (Gen. 2,7). Daarom verklaren we, in tegenspraak met de Heilige Schrift en het Geloof, de opinie van diegenen die durven te beweren dat de mens, wat betreft het lichaam, door spontane transformatie afstamt van een onvolmaakte natuur, die continu verbeterde tot het de huidige menselijke toestand bereikte.”

Paus Pius IX, die in 1854 het Dogma van de Onbevlekte Ontvangenis afkondigde, keurde ook de volgende leer goed van het Eerst Vaticaans Concilie:

“De enige Ware God, schiep door Zijn goedheid en zijn Almachtige kracht, niet om zijn eigen Zaligheid te vermeerderen en er niets aan toe te voegen, maar om Zijn volmaaktheid te manifesteren door de zegeningen die Hij schenkt aan de schepselen met de meest vrije wil, onmiddellijk vanaf het begin van de tijd elk schepsel lichamelijk en geestelijk uit het niets, namelijk de engelachtigen en de aardsen; en dan de menselijke schepping, gewoon zoals het was, samengesteld uit zowel geest als lichaam.”

Paus Leo XIII: Encycliek Arcanum Divinae Sapientiae

Op 10 februari 1880, 22 jaar na de publicatie van Darwins eerste boek, vaardigde Paus Leo XIII een encycliek over het huwelijk uit met de titel “Arcanum Divinae Sapientiae”, waarin hij schreef:

“We tekenen op wat bekend is, en het kan op geen enkele manier in twijfel worden getrokken dat God, op de zesde dag van de Schepping, toen hij de mens uit het slijk der aarde had gemaakt en in zijn gezicht de adem van het leven had geblazen, hem een gezel gaf, die Hij op miraculeuze wijze uit de zijde van Adam nam, toen hij vast aan het slapen was. Daarom, in Zijn meest verreikend vooruitzicht, heeft God bepaald dat deze man en vrouw het natuurlijke begin van het menselijk ras zouden zijn,

Paus Pius X: Pauselijke Bijbelse Commissie

In 1909 keurde Paus Pius X de beslissingen goed van de eerste Pauselijke Bijbelse Commissie betreffende het historische karakter van de eerste drie hoofdstukken van Genesis.

Paus Pius XII, Encycliek Humani Generis

In 1950 publiceerde Paus Pius XII een encyliek waarin hij waarschuwde voor het slecht interpreteren van de H. Schrift.

1. Pogingen om het katholieke dogma te bevrijden van de traditionele formuleringen.

Wat de theologie betreft: sommigen willen de betekenis van de dogma’s zoveel mogelijk verzwakken, en zij willen het dogma zelf bevrijden van de reeds lang in de Kerk aanvaarde formulering en van de filosofische begrippen, die bij de katholieke geleerden gebruikelijk zijn, om bij de uiteenzetting van de katholieke leer terug te keren tot de uitdrukkingswijze van de heilige Schrift en de heilige Vaders. Hiervan verwachten zij, dat het dogma, eenmaal ontdaan van de elementen, die volgens hun mening buiten de openbaring staan, met vrucht vergeleken kan worden met de dogmatische opvattingen van hen, die van de kerkelijke eenheid zijn afgescheiden; en zij hopen, dat men langs deze weg geleidelijk aan kan komen tot assimilatie van het katholieke dogma en de opvattingen van de andersdenkenden.

Om nu terug te komen op de bovengenoemde nieuwe opvattingen: sommigen leren of insinueren ook dingen, die afbreuk doen aan het goddelijk gezag van de heilige Schrift. Want er zijn er, die de zin van de definitie van het Vaticaans concilie omtrent God als auteur van de heilige Schrift durven verdraaien. Zij verkondigen opnieuw de reeds meermalen veroordeelde mening, dat de heilige Schrift vrij is van dwaling alleen daar, waar zij spreekt over God en over punten van zedelijke en godsdienstige aard. Zij spreken zelfs ten onrechte over de menselijke zin van de heilige boeken, waaronder hun goddelijke zin, die volgens hen de enig onfeilbare is, schuil zou gaan.

Bij het verklaren van de heilige Schrift willen zij volstrekt geen rekening houden met de “analogie van het geloof” en met de “overlevering” van de Kerk. Men zou dus de leer van de Heilige Vaders en van het gewijde leergezag eigenlijk moeten toetsen aan de heilige Schrift, zoals die op zuiver menselijke wijze door de exegeten wordt verklaard, en niet de heilige Schrift zelf moeten interpreteren volgens de opvatting van de Kerk, die door Christus de Heer is aangesteld om heel de schat van de geopenbaarde waarheid te bewaren en te verklaren.

Bovendien zou de letterlijke zin van de heilige Schrift en de uitleg ervan, die door zoveel grote exegeten onder het toezicht van de Kerk is gegeven, volgens hun valse princiepen plaats moeten maken voor een nieuwe exegese, die zij als symbolische en geestelijke exegese betitelen. Hierdoor zouden de heilige Boeken van het Oude Testament, die op het ogenblik als een verzegelde bron in de Kerk verborgen liggen, eindelijk voor allen begrijpelijk worden. Langs deze weg zullen, zo beweren zij, alle moeilijkheden verdwijnen, want deze bestaan alleen voor hen, die zich vastklampen aan de letterlijke zin van de heilige Schrift.

Het is voor iedereen duidelijk, hoe zeer dit alles in strijd is met de beginselen en normen van Schriftverklaring, die door onze voorgangers Leo XIII z.g. in de encycliek Providentissimus Deus, Benedictus XV z.g. in de encycliek Spiritus Paraclitus, en ook door onszelf in de encycliek Divino afflante Spiritu zijn vastgelegd.

Paus Johannes XXIII, bij de opening van het Tweede Vaticaans Concilie:

Verschillende werken van P. Pierre Teilhard de Chardin, sommige die postuum gepubliceerd werden, worden bewerkt en verkrijgen redelijk wat succes. Afgeleid van een oordeel over deze punten die de positieve wetenschappen betreffen, is het voldoende duidelijk dat de bovenvernoemde werken vol staan met dubbelzinnigheden en zelfs ernstige dwalingen, als om de Katholieke Leer te krenken. […] Omwille van deze reden, vermanen de meest eminente en weleerwaarde Vaders van de Heilige Stoel alle gewijde personen alsook de oversten van religieuze instituten, rectors van seminaries en presidenten van universiteiten, om de geesten effectief te beschermen, in het bijzonder van de jeugd, tegen de gevaren die zich aandienen in de werken van Teilhard de Chardin en zijn volgelingen. (Gegeven te Rome, vanuit het Paleis van de H. Stoel, op de dertiende dag van Juni, 1962. Sebastianus Masala, Notarius.

Besluit:

Teilhard de Chardin was een dwaalleraar en iedere gelovige dient zijn ideeën en geschriften, die grenzen aan de leer van de New-Age, resoluut te verwerpen. Dit omvat ook de Darwinistische evolutietheorie, die door de Pausen Pius IX, Leo XIII, Pius X en Benedictus XV werd veroordeeld. Jammer genoeg hebben verschillende pausen van na Vaticanum II, zoals Johannes Paulus II en Benedictus XVI zich lovend uitgesproken over Teilhard, ondanks het feit dat de veroordeling van zijn ketterse ideeën van kracht bleef. Paus Johannes Paulus II suggereerde zelfs in 1996 dat de evolutietheorie aanvaardbaar was. Het is dan ook raadzaam om hun voorbeeld niét te volgen.

De evolutietheorie is een regelrechte leugen, en kan nooit verzoend worden met het geloof.

Bronnnen: msgrfoy.com; OnePeterFive;  Theotokos ;RKdocumenten


Geïnteresseerden kunnen mij altijd e-mailen om mijn boek te kopen. (Zwart-witversie: €11,25, kleurenversie: €25,50)

michael.dekee@mail.com

Het boek “De evolutietheorie ontkracht” in de inkomhal van de plantentuin van de Universiteit van Gent.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

%d bloggers liken dit: